Het stadje Collonges draagt het achtervoegsel `la-Rouge', omdat alle huizen in deze nederzetting gebouwd zijn van rode zandstenen (grès rouge) die men in de plaatselijke groeven wint. Veel van de huizen herbergen kunstenaars die hun kunstwerken aan toeristen trachten te verkopen.

Rue de la Barrière

De hoofdstraat is de Rue de la Barrière. Langs deze weg liggen onder meer het pittoreske Maison de la Sirène (15de en 16de eeuw), vernoemd naar een afbeelding van een zeemeermin, en de Tours des Ramade de Friac, herkenbaar aan de druivenranken die tegen het gebouw opklimmen.

Het Maison de la Sirène huisvest het Musée de la Sirène, een klein historisch museum dat u de gelegenheid biedt om een 15de-eeuws huis van binnen te bezichtigen.

Musée de la Sirène geopend: juli-aug. dgls. 10.30-12 u. en 15-19 u.; mrt.-juni en sept.-okt za. en zo. (dezelfde tijden).

De Rue de la Barrière mondt ten slotte uit bij het Castel de Benge, een herenhuis met torentjes en een raam in de stijl van de renaissance.

Église St.-Pierre

Centraal in het stadje, en vanaf de Rue de la Barrière bereikbaar via de Rue de la Garde, ligt de sfeervolle Église St.-Pierre uit de 11de en 12de eeuw. In dit gebedshuis baden de pelgrims die Collonges-la-Rouge passeerden op hun weg naar Santiago de la Compostela. Deze oorspronkelijk kruisvormige kerk lijkt onlogisch van opbouw. De romaanse kerk werd namelijk in de 15de eeuw vergroot met een extra schip in de flamboyante gotische stijl en enkele zijkapellen. Tijdens de Godsdienstoorlogen in de 16de eeuw versterkte men het godshuis. Opvallend is het witgekleurde geveldriehoek (timpaan) van kalksteen uit Turenne. Het stelt waarschijnlijk de Hemelvaart van Christus voor. De groep figuren onder Christus stelt een treurende Maria met elf apostelen voor.

Op het pleintje bij de kerk staat een overdekte markthal. Verder kunt u op dit pleintje de Kapel des Pénitentes Noir vinden met binnen haar muren een kleine overzichtstentoonstelling omtrent het dorp aan de hand van foto's, krantenknipsels en documenten.

Rue Noir

Vanaf dit pleintje kunt u de Rue Noir volgen in oostwaartse richting. U komt dan door het oudste deel van het stadje; de straat mondt uit bij het Castel de Maussac. Schuin achter dit herenhuis is een uitzichtspunt met zicht op onder andere het Castel de Vassinhac. Verder zuidwaarts ligt het Musée Vivant de l'Oie (Ferme de la Veyrie), een gratis museum met veel ganzen (l'oie) en landbouwprodukten, waaronder walnoten.

Château de martret

Het Château du Martret ligt enigszins geïsoleerd van het stadje, aan de overzijde van de doorgaande weg naar Brive en Meyssac (D38). Toeristen-informatiekantoor: Collonges Acceuil, bij de parkeerplaats langs de D38 (het stadje is gedurende de zomer autovrij) en het oude station.