De stad Córdoba
De ‘zuster’ van Buenos Aires, die ‘La Docta’ (de geleerde) wordt genoemd
Córdoba is na Buenos Aires de grootste stad van Argentinië, met ruim 1,4 miljoen inwoners. Het wordt ook wel haar ‘grote zuster’ genoemd. De stad ligt 710 km ten noordwesten van de hoofdstad.
Córdoba is een van de belangrijkste industriesteden van het land en ook op cultureel gebied toonaangevend. In 1573 werd de stad door Jerónimo Luis de Cabrera gesticht en snel daarna werd het een belangrijke regio, waar de jezuïeten en franciscanen een grote invloed hebben gehad, zowel op cultureel als op economisch gebied.
Córdoba heeft zich altijd verzet tegen overheersing van Buenos Aires in het land, mede daarom kan het zijn dat het zo’n belangrijke industriestad is geworden. Vooral toen eind van de 19de eeuw de grote immigratiestroom op gang kwam en treinverbindingen met de rest van het land werden aangelegd, ontwikkelde de stad zich in een stroomversnelling. En helemaal toen in de jaren veertig van de vorige eeuw ook de auto- en luchtvaartindustrie naar Córdoba kwamen. Toch kreeg de stad net als in Parijs eind jaren zestig, een grote studenten- en arbeidersrevolte, die snel oversloeg naar andere steden en resulteerde in harde onderdrukking. Gelukkig ontwikkelden de politiek en het culturele leven zich na het militaire regime in progressieve zin.
Met twee universiteiten wordt deze stad ook wel ‘La Docta’ (de geleerde) genoemd. Hier begon met de eerste universiteit, in 1613, een onderwijssysteem, dat vanaf die tijd in heel Zuid-Amerika het leersysteem op zijn kop heeft gezet.
Op cultureel gebied is er veel te doen. Er zijn talrijke kunstgaleries en musea en zo’n twintigtal theaters waar grote festivals worden gehouden. Het centrum heeft prachtige koloniale gebouwen en daardoor merk je dat Córdoba altijd een belangrijke stad is geweest. Een van allure.
Het is ook een stad met grote architectonische verschillen, want ik heb nergens zulke lelijke moderne gebouwen gezien die broederlijk rondom de historische gebouwen staan.
Toch is zij de moeite waard voor een bezoek, want met enkele hieronder beschreven stadswandelingen, wil ik je een goed beeld geven van de geschiedenis van de stad. Het centrum ligt natuurlijk rondom Plaza San Martín waar ook de kathedraal staat. Daar begint de eerste stadswandeling.
Zomers is het er zeer warm, dagenlang temperaturen boven de 30° C is heel gewoon en enorme regenbuien horen daar ook bij.
Een wandeling door het oude centrum (Centro Histórico)
Plaza San Martín is een groot plein, dat gedeeltelijk alleen voor voetgangers bestemd is en waar je in het midden het standbeeld van (alweer) generaal San Martín ziet staan. Dit beeld werd pas in 1916 geplaatst, want daarvoor heette dit plein Plaza Mayor. Het staat vol met exotische bomen zoals de palo borracho en de lapacho, die in de lente prachtige paarse en roze bloesem hebben. Meteen valt je de kathedraal al op. Het is een imposant bouwwerk waaraan men in 1697 begon te bouwen en na vele onderbrekingen, zoals instortingen, slaagde men er uiteindelijk in om in 1784 de bouw te voltooien, grotendeels in barokke stijl met een Romaans aandoende koepel. Het werd ontworpen door de jezuïeten en gebouwd door de indianen, wat je goed kunt zien aan de versieringen.
Je moet zeker even naar binnen (zie foto), want er zijn prachtige schilderijen en iconen, maar ook het smeedijzeren traliewerk in de zuilengang is een knap stuk ambachtswerk. De plafonds en vooral die in de koepel hebben een overdaad aan indrukwekkende versieringen. Rechts van de kathedraal is de Cabildo, die in 1785 voltooid werd. Een typische weergave van koloniale architectuur, ronde bogen met een passage en een patio, er is een trap naar de eerste verdieping en een grote salon. Nu zijn er in de Cabildo allerlei openbare functies, zo ook Museo de la Ciudad. Daar zie je archeologische voorwerpen die gevonden zijn onder de Cabildo tijdens de verbouwing. Maar ook historische prenten en documenten over de stad.
Elke dag open van 9-13 uur.
Kijk ook eens naar de lantaarns in de galerij met mooi smeedijzerwerk. Schuin aan de overkant op Rosario de Santa Fe, de straat naast de Cabildo zie je naast het culturele centrum op nr. 39 het smalste huis van de stad, Casa Obispo Mercadillo. Het werd in de 17de eeuw bewoond door de eerste bisschop van de stad, Mercadillo. Vooral het smeedijzeren balkon met zijn versieringen valt op. Waar je zeker even naar binnen moet gaan is iets verder op nr. 25 bij de mooiste delicatessenzaak van de stad, ‘El pan de Azucar’. Het is een grote lekkernijenwinkel met nog zo’n jaren vijftig uitstraling en waar het personeel tot het vaste meubilair behoort.
Als je iets terugloopt ga je de peatonal Deán Funes in, een soort wandelparadijs: cafeetjes, boetiekjes en veel boekwinkels. Dan ga je linksaf de peatonal Obispo Trejo in. Dit is een belangrijke straat, want hier staan enkele mooie historische gebouwen.
Maar eerst op de volgende hoek met 27 de Abril, heb je links een leuke winkelgalerij (met allemaal kruidenwinkeljes) in een gerestaureerd koloniaal pand en aan het eind op de hoek van Independencia de kerk Convento de Santa Catalinauit 1717.
De peatonaal Obispo Trejo is tot aan het volgende blok de gezelligste winkelstraat met veel boekwinkeltjes, dan na Caseros krijg je het ‘intellectuele hart’ van de stad: de oude universiteit met het Colegio Nacional de Montserrat.
Maar eerst heb je op de hoek een gezellig pleintje, Plazoleta Rafael Garcia. Met al die brommertjes, studenten, terrasjes en cafés, vroeg ik me eerst af of ik ergens in Noord-Italië was. Volg de studenten naar de universiteit en loop mee naar binnen, je komt dan vanzelf op een grote patio uit. Hier staat omringd door palmbomen het standbeeld van Obispo Friar Trejo, de oprichter van deze universiteit, die de oudste en meest vrijgevochten van Argentinië is.
De universiteit werd in 1621 geopend en geldt nog steeds als een van de meest prestigieuze van het land. Je kunt de bibliotheek bezoeken, waar waardevolle boeken, plattegronden en het manuscript van het eerste burgerlijk wetboek van Argentinië te zien zijn. Maar ook een bezoek aan de prachtige Salón de Grados (waar men afstudeert) behoort bij de rondleiding.
Op de hoek voor de universiteit met Caseros staat Iglesia de la Compañía de Jesús, die dateert uit 1640 en een van de oudste kerken van het land is. Het gewelf van het binnenschip is van cederhout zo ook het dak en is prachtig in detail bewerkt. Wat jammer dat het zo hoog is! Driehonderd jaar geleden paste men hier een nieuwe lijmsoort toe en nog steeds is het dak waterdicht. Maar ook al die schilderijen over het leven van Jezus, het altaar en de preekstoel zijn stuk voor stuk kunstwerken. Deze kerk was een ontwerp van de Vlaamse jezuïet Philipe de Lemair.
Wat verder, op de volgende hoek met Duarte Quirós zie je Colegio Nacional de Montserrat, het derde historische gebouw in dit blok. Het dateert uit 1767 en vooral de façade is opvallend, ondanks het feit dat deze in 1928 opnieuw is herbouwd. Want deze bouwstijl, restauración nacionalista, moesten gebouwen weer terugbrengen in de sfeer van de Spaanse en koloniale architectuur.
Bekijk vooral het prachtige ijzerwerk rondom de ramen. Binnen zijn nog delen die dateren uit 1687, toen deze school door DuarteQuirós (een bekende wetenschapper uit die tijd) werd gesticht. Nu is het een exclusieve middelbare school voor kinderen uit de gegoede klasse.
Dit gedeelte tussen de straten Caseros en Duarte Quirós wordt ook wel ‘Manzana de los Jesuitas’ genoemd, wat globaal het huizenblok van de jezuïeten betekent. Het is door de UNESCO uitgeroepen tot cultureel erfgoed.
Onder leiding van een tweetalige gids kun je deze Manzana de los Jesuitas uitgebreid bekijken. Elke dag is er om 10, 11, 17 en 18 uur een rondleiding, het vertrek is in Obispo Trejo 242.
Aan de andere kant van deze historische gebouwen heb je terrasjes en cafés, waar het gezellig vertoeven is tussen de studenten. Nu sla je rechtsaf en loop je naar een van de drukste avenida’s van de stad, Vélez Sársfield. Hier ga je links in en zie je Teatro General San Martín, een groot gebouw uit 1887 in neoclassicistische stijl, echt zo’n pompeuze Franse imitatie. Vooral boven de façade zie je dat duidelijk.
Nu loop je weer terug over deze avenida richting Deán Funes. Bij de volgende hoek op Calle 27 de Abril is een groot opvallend gebouw, ex Banco Social de Córdoba. Het is nog geen zeventig jaar oud, maar met prachtige zilverachtige ornamenten en boven een mooie koepel. Het dateert ook uit de periode van de restauración nacionalista. Wat verder op de hoek met Deán Funes, staat de basiliek van Santo Domingo, een kerk uit 1861 met binnen de afbeelding van Virgen del Rosario del Milagro de patroonheilige van Córdoba en prachtige altaren. De kerk is een Italiaans ontwerp en deze bouwstijl zie je veel in Noord-Argentinië, want daar hebben vooral Italiaanse architecten in de 19de eeuw het land een nieuw ‘uiterlijk’ gegeven.
Bij het volgende blok op nr. 33, nu heet de avenida General Paz, verscholen achter bomen zie je een opmerkelijk gebouw, Museo de Bellas Artes Dr. Genaro Pérez. De façade doet denken aan een groot Frans herenhuis uit de provincie. Het werd in 1905 gebouwd voor een welgestelde senator uit de provincie en in de jaren veertig aan de gemeente geschonken, daarna werd het een museum voor moderne kunst. Je ziet voornamelijk schilderijen uit de school van Córdoba vanaf de jaren dertig tot heden.
Open van di. t/m zo. van 9-21 uur.
Je slaat rechtsaf de peatonal 9 de Julio in, richting Rivadavia, alwaar de Basilica La Merced staat, een kerk uit 1826, gebouwd op de ruïnes van een eerdere kerk uit 1600. Ook hier zie je de Italiaanse bouwinvloed. Vooral de preekstoel is een schitterend met goud gegraveerd kunstwerk. Aan de buitenmuur op Rivadavia kun je de geschiedenis van Córdoba mooi volgen via keramische kunst, gemaakt door een plaatselijk bekende kunstenaar Armando Sica.
Je loopt rechts Rivadavia in en bij Rosario de Santa Fe ga je linksaf. Op de volgende hoek van Ituzaingó staat het mooiste huis van de stad en het sluitstuk van de wandeling, Casa del Virrey Sobremonte, gebouwd rond 1750 voor de onderkoning Sobremonte. Kijk eens naar het balkon, het houtwerk, simpel van bouw en vorm, maar juist door zijn eenvoud zo mooi. Ook de patio’s (er zijn er vijf) zijn een bezoek waard (met een enorme jasmijnboom). Het puikje van koloniale architectuur. Het is nu een museum. Op de begane grond kun je goed zien hoe deze gouverneur woonde met schilderijen van de Cuzqueña school (zie pagina 000), porselein en meubels. In een kamer is zelfs een apotheker uit de 19de eeuw nagemaakt.
Open van di. t/m vr. van 9-15 en in het weekend van 10-16 uur.
Bij de volgende hoek van San Jeronimo ga je rechtsaf en kom je vanzelf op Plaza San Martín uit. Een blok ervoor op de hoek met Independencia is Banco de Córdoba. Het is een opvallend gebouw uit 1889, wat me aan Parijs doet denken. Loop zeker even de enorme hal binnen. Op de volgende hoek met Buenos Aires heb je een weer zo’n bombastisch gebouw uit de stijl van restauración nacionalista met een grandcafé, waar je na deze wandeling kunt genieten van een drankje of een tussendoortje.
Naar Plaza Italia
Dit wordt een kleine wandeling naar het lelijkste plein van de stad, Plaza Italia. Het toppunt van smakeloosheid, maar zo is de meeste architectuur van de laatste tientallen jaren in deze stad. Het is zo contrasterend met de koloniale architectuur en zo overheersend, dat het gaat tegenstaan en daardoor wordt het nog lelijker. Gelukkig zijn er rondom dit plein ook andere en interessante oude gebouwen, zodat de wandeling toch nog de moeite waard wordt.
Je gaat bij Plaza San Martín, Calle 27 de Abril in en twee blokken na Av. V. Sársfield op nr. 375 zie je links een mooi gebouw, Casa Ordoñez, nu een bibliotheek, maar eigenlijk gebouwd in 1889 als gerechtshof. Dan steek je Ayacucho over en kom je op Plaza Italia uit. Je ziet het al van verre, er staan vier grote betonnen geraamtes met bogen en op de platforms zijn fonteinen, eigenlijk helemaal passé. Het heeft wel een verklaring, zelfs een geschiedenis, deze vier betonnen fonteinen.
In 1791 wilde de onderkoning Sobremonte op deze plaats de watervoorziening in de stad regelen met een grote dam, maar dat bleek veel later inefficiënt te zijn. Daardoor waren wel de fruitbomen en ander groen, die op deze plek groeiden verdwenen en kreeg het langzaam maar zeker het hedendaagse aanzien. Maar in de jaren zestig wilde de toenmalige burgemeester blijkbaar op artistieke wijze een herinnering aan deze watervoorziening geven en liet een architect dit ontwerp maken. Je hebt eromheen nog wel een aardige Feria de los Artesanos waar je aardige handgemaakte bijous kunt kopen. Als je het kanaal annex riviertje, la Cañada, oversteekt kom je bij een van de mooiste pleinen van de stad, Paseo Sobremonte. Je ziet er fonteinen, palmbomen en mooie grote exotische bomen. Het is een rustpunt in deze stad. Het deed mij denken aan Place de Luxembourg in Parijs in het klein. ’s Zomers is het er erg gezellig met veel openluchtconcerten. Rondom heb je het gemeentehuis en het paleis van justitie. Dit laatste is in neoclassicistische stijl gebouwd in 1936! Je kunt nu doorlopen langs het water naar Plaza Vélez Sársfield voor de volgende mooie wandeling.
Een wandeling door de wijk Nueva Córdoba
Deze wandeling gaat door een van de mooiste buurten van Córdoba naar het zuiden van de stad. Je start bij het plein bij Plaza Vélez Sársfield. Het is een grote verkeersader, maar toch zijn er veel terrasjes en gezellige cafés en een groot winkelcentrum, Patio Olmos. Dit shoppingcentrum is een must voor shoppers, op enkele etages zijn vele boutiekjes, art-galeries en restaurants. Zeker naar binnen gaan om te kijken en te genieten.
Elke dag open van 10-22 uur.
Dan neem je de tweede links Av.Yrigoyen richting Plaza España. Voor je op de hoek van Obispo Trejo zie je de Ecipsa Tower, met een gewaagde architectonische combinatie van modern (strak met volop glas) met neoclassicistisch (beneden). Aangenaam is ook een bezoek links in Yrigoyen aan Paseo de Nuen Pastor, een groot cultureel centrum en een hommage aan de vrouwen die hier tijdens de dictatuur werden gemarteld. Ook hier zie je de combinatie tussen de bestaande oude gebouwen en de moderne arichitectuur. Een leuke attraktie zijn de'dansende' fontijnen (aguas danzantes), die elke namiddag en avond vrolijk op en neer spuiten op klassieke muziek.
Je merkt al meteen dat je in een goede buurt komt; hier zijn de betere restaurants, uitstekende bars, mooie antiekwinkels en de huizen hebben een Côte d’Azure-uitstraling (wat ze hier Casas Señoriales noemen) zoals de meeste mansions. Het is ook een prima buurt om ‘s avonds uit te gaan. Deze buurt wordt Barrio Nueva Córdoba genoemd en werd ontworpen rond 1886.
Op nr. 115 van Av. Yrigoyen bevindt zich Museo de Ciencas Naturales Bartolomé Mitre, een museum met o.a. een grote verzameling stenen en mineralen. 4Open van ma. t/m vr. van 10-18 uur.
Als je verder Av. Yrigoyen doorloopt zie je links op de hoek van Buenos Aires een verrassende kerk, Iglesia del Sagrado Corazón de Jesús. Deze bombastische neogotische kerk, gebouwd tussen 1926 en 1934, heeft bij een toren een ‘afgewaaid’ dak. De façade is zeer imposant en ontworpen door een Italiaanse architect met van binnen veel Venetiaans mozaïek.
Maar het meest imponerende ge-bouw is op de volgende hoek met Derqui, daar staat Palacio Martín Ferreyra, gebouwd in 1912. Ontworpen door de Argentijnse architect René Sergent, die in Parijs woonde, voor de schatrijke familie Ferreyra. Wat opmerkelijk is, dat deze architect alles heeft ontworpen en laten maken in Frankrijk naar de wensen van deze familie. Want bewonder eens die schitterende art-nouveauramen en -deuren, maar ook de hal, die een echte paleisuitstraling heeft, met een enorme trap in het midden gedecoreerd met sierlijk ijzerwerk. Nu een interessant museum over moderne kunst (Museo Superior de Bellas artes).
Open van di. t/m za van 10-19.00 uur, zondag van 15-20 uur.
Av. Yrigoyen eindigt dan bij Plaza España, met links aan de overkant de ingang van Parque Sarmiento en het museum voor schone kunsten Emilio Caraffa, gehuisvest in zo’n neoclassicistisch gebouw uit 1915 met een grote collectie van moderne schilders, onder wie Emilio Graffa die uit Córdoba kwam.
Open van di. t/m za. van 10-19 uur, zondag van 15-20 uur.
Parque Sarmiento is ontworpen door de Franse tuinarchitect Carlos Thays in 1911, die ook de parken in Mendoza, Tucumán en Buenos Aires heeft ontworpen (zie pagina 000). Het park heeft een dierentuin, een openluchttheater, een groot zwembad en een meer met eilandjes. Een leuke wandeling in de namiddag is in dit park over de Av. Deodoro Roca waar het druk is met flanerende gezinnen en puffende joggers. Je wandelt langs terrasjes, prieeltjes naar de rotonde en daar heb je een fraai uitzicht over de stad Córdoba.
Eten, drinken en romantiek op Avenida Rafael Nuñez
De wijk Cerro de las Rosas 3 km ten noordwesten van het centrum biedt ’s avonds één groot feest. Vooral langs Av. Rafael Nuñez heb je hoofdzakelijk restaurants, clubs, disco’s, terrassen en is het aanschuiven. Verlicht met lampions en kaarslicht en veel muziek is deze buurt op warme avonden tot diep in de nacht dé uitgaanswijk van Córdoba. Je kunt er heerlijk buiten flaneren, eten of drinken.
Rondreizen-Hotel
Rondreizen-Hotel
Rondreizen-Hotel