Banja Luka
In de tweede stad van Bosnië heerst een hele andere sfeer dan in de hoofdstad. In de lange groene lanen van Banja Luka is het rustig en kalm. Door de stad op de overgang tussen de Dinarische Alpen en de Pannonische laagvlakte stroomt de Vrbas, een van de wildste rivieren van Bosnië. Als hoofdstad van de Republika Srpska beschikt Banja Luka over veel culturele voorzieningen en er zijn verschillende ambassades en consulaten gevestigd.
Al sinds de Romeinse tijd wordt Banja Luka vanwege geneeskrachtige bronnen en thermale baden bezocht. Volgens de volksetymologie komt daar ook de naam van de stad vandaan. In modern Servo-Kroatisch betekent ‘banja’ bad en ‘luka’ haven. Veel waarschijnlijker is echter dat de naam ‘weide van de ban’ betekent. Oorlogen en aardbevingen hebben veel cultuurmonumenten vernietigd, maar de autoriteiten doen hun best om alles wat Banja Luka nog te bieden heeft, zoals het oude kasteel en de orthodoxe kerk, in de schijnwerpers te zetten.
In korte tijd maakte Banja Luka een metamorfose door van een onbeduidende nederzetting naar een regionaal centrum. Vanaf het midden van de zestiende eeuw zetelde een Sofi Mehmed-paša, een Turkse beg, in het gebied. De vizier liet een brug over de Vrbas, een aantal moskeeën, badhuizen en watermolens bouwen. Een eeuw later had de stad zich ontwikkeld tot een administratief centrum. Doordat Ferhad-paša Sokolovic als vizier (hoogste beg) gekozen werd, was Banja Luka zelfs korte tijd de hoofdstad van Osmaans Bosnië. Hij breidde het tot dan toe bescheiden kasteel uit en liet de Ferhadija moskee bouwen, die als een van de mooiste in Bosnië bekend stond, maar in 1993 volledig verwoest werd. Ook de Servisch-orthodoxe Kerk maakte een periode van bloei door, wat nog steeds te zien is aan de vele kloosters uit die tijd.
Doordat sultan Murat III Banja Luka tot een belastingvrije stad had uitgeroepen, bloeide in de zestiende en zeventiende eeuw de handel met Sarajevo, Belgrado en Venetië. Daarnaast was ook de nijverheid belangrijk. De stad was vooral bekend vanwege haar goudsmeden, kleermakers, leerlooiers en bontwerkers. Toen de Oostenrijkers aan het eind van de zeventiende eeuw meermalen tot de stad wisten door te dringen en grote vernielingen aanrichtten, eindigde Banja Luka’s gouden eeuw.
Geschiedenis
De geschiedenis van Banja Luka verschilt niet veel van die van de rest van Bosnië. De stad was in de meeste periodes niet meer dan een lokaal of regionaal centrum. Alleen aan het eind van de zestiende eeuw, toen de vizier van Bosnië in de stad zetelde, ontsteeg Banja Luka die status. Sinds de stad in 1995 tot hoofdstad van de Republika Srpska werd uitgeroepen is dat opnieuw het geval. Banja Luka had in de twintigste eeuw een ongekende bevolkingsgroei van 15.000 in 1895 tot 220.000 nu. Tijdens en vlak na de laatste oorlog kwamen 65.000 Servische vluchtelingen uit heel Bosnië-Herzegovina naar de stad, maar aan de andere kant verlieten Bosnjakken en Kroaten uit Banja Luka massaal huis en haard.Prehistorie en oudheid
Net als veel andere gebieden in Bosnië, was de omgeving van Banja Luka al ver voor het begin van onze jaartelling bewoond. Ten noorden van de stad zijn resten gevonden van op palen gebouwde nederzettingen. Uit de gevonden ijzeren en bronzen werktuigen blijkt dat de bewoners van deze nederzettingen de vruchtbare bodem ook toen al voor akkerbouw en veeteelt gebruikten. In het gebied vestigden zich Illyriërs, maar ook Keltische stammen. Beide groepen vochten drie generaties lang tegen de Romeinen, die de streek in het eerste decennium van onze tijdrekening onder hun controle brachten. Ze bouwden een fort op de plek waar nu Banja Luka ligt, om de handelsroute van Salona (Solin bij Split) en Servitium (Gradiška) te beschermen. Binnen de muren ontstond een vestingstad en de inwoners daarvan waren de eersten die de thermale bronnen gebruikten om te ontspannen. In de vijfde eeuw brokkelde het Romeinse gezag af. Na korte periodes waarin de Hunnen en Ostrogoten de scepter zwaaiden, nam de Byzantijnse keizer Justinianus de macht over. Zijn gezag kwam steeds weer in gevaar door de grote aantallen Slaven die zich vanaf de zevende eeuw in het gebied vestigden. Ook de latere Hongaarse machthebbers hadden het gebied nooit helemaal onder controle. De Slavische inwoners besloten en regelden veel zaken op lokaal niveau.Middeleeuwen en Osmaanse tijd
In de middeleeuwen heette de stad Vrbaški Grad en later – toen het gebied aan het eind van de veertiende eeuw onderdeel van het Bosnische koninkrijk werd – Donji Kraj. Pas in documenten uit 1494 duikt Banja Luka voor het eerst onder de huidige naam op. De stad, die onderdeel was van het banaat van Jajce, had in die tijd een katholiek klooster en een marktplein. De Hongaarse koning en de Osmanen vochten om de autoriteit in het gebied – een strijd die in 1528 door de Turken gewonnen werd.Moderne geschiedenis
Banja Luka kwam net als de rest van Bosnië in de negentiende eeuw onder bestuur van Oostenrijk-Hongarije, ondanks de weerstand van de lokale bevolking. Tijdens schermutselingen brandden de markthal en de orthodoxe en katholieke kerk volledig uit; ook het klooster Petricevac liep grote schade op. Banja Luka was in de Habsburgse tijd het bestuurlijk centrum van de Krajina en Midden-Bosnië. Het aanzien van de stad veranderde, doordat de gemeente brede lanen en grote parken aanlegde. Verder kwam er industrie en een spoorwegverbinding met Wenen. Banja Luka kwam even in het middelpunt van het wereldnieuws, toen na de moord op Franz Ferdinand 156 leden van de organisatie Mlada Bosna voor het gerecht moesten verschijnen vanwege hoogverraad. De rechter veroordeelde zestien van hen ter dood, wat grote protesten in heel Europa uitlokte en de reputatie van Oostenrijk-Hongarije ernstig schaadde. Na de Eerste Wereldoorlog werd Banja Luka de hoofdstad van het banaat Vrbaska. Het Volkstheater en het Etnologisch Museum openden hun deuren. Er kwam een staalfabriek, maar desondanks stagneerde de economische ontwikkeling. Werknemers organi-seerden zich in vakbonden, waar later de socialistische arbeidersbeweging uit voortkwam. In 1941 bezetten Duitse troepen Banja Luka en stationeerden er een infanteriedivisie. Een jaar later wisten de partizanen een luchtbrug op te zetten naar bevrijd gebied rond de stad, het begin van de partizanenluchtmacht. In 1944 hadden de partizanen de stad twee keer een korte periode in handen, maar konden ze haar pas aan het eind van de oorlog definitief bevrijden. Bij hun terugtocht vernielden de Duitse troepen grote delen van de stad. De in 1941 vernielde orthodoxe kathedraal werd pas onlangs herbouwd. Ook in Tito’s Joegoslavië was Banja Luka een redelijk belangrijke stad. Burgers profiteerden van nieuwe ziekenhuizen, theaters, bibliotheken, drie hogescholen en de universiteit. Naast de traditionele takken van industrie, zoals hout- en leerbewerking, kwam er elektronische industrie en werden er landbouwmachines geproduceerd. De landbouw zelf bleef echter de belangrijkste economische sector. In 1969 legde een aardbeving een groot deel van de stad in puin. Bij deze ramp stierven vijftien mensen en meer dan duizend raakten gewond. Tijdens de laatste oorlog waren er geen gevechten in Banja Luka, maar er vonden op grote schaal etnische zuiveringen plaats. Van de oorspronkelijk etnisch gemengde bevolking zijn nu vrijwel uitsluitend de Serven overgebleven. Bijna alle moskeeën, waaronder twee die op de werelderfgoedlijst van de UNESCO stonden, zijn tijdens de oorlog vernield. Tot eind 2007 was er in een oude metaalfabriek een grote militaire basis van EUFOR gevestigd, waar Britse en Nederlandse militairen gelegerd waren. Het is de bedoeling dat het gebouw in de toekomst weer dienst gaat doen als metaalfabriek. Nu is Banja Luka de bloeiende hoofdstad van de verder zeer arme Republika Srpska.Bezienswaardigheden
Het centrum van Banja Luka ligt aan de noordwestkant van de Vrbas. Direct aan de oever van deze rivier ligt het Tvrdava-kasteel. In tegenstelling tot andere vestingen in Bosnië-Herzegovina ligt het niet op een heuvel, maar op dezelfde hoogte als de omgeving. De Romeinen hadden hier al een legerkamp en de Slaven bouwden in de negende eeuw een bescheiden burcht. In de Osmaanse tijd gaf Ferhad-paša Sokolovic de opdracht deze uit te breiden en kreeg het kasteel zijn huidige vorm, doordat er wachttorens en een versterkte muur bijkwamen. De vesting was toen slechts bereikbaar over twee bruggen: één over de Vrbas en één over het inmiddels deels gedempte beekje Crkvena. Een slotgracht verbond de twee rivieren. Ook de Oostenrijkers en – in de Tweede Wereldoorlog – de Duitsers hebben de vesting gebruikt. Na de oorlog werd het Tvrdava-kasteel gerenoveerd. Nu worden er evenementen georganiseerd, wordt het gebruikt als kinderspeelplaats en is er een restaurant in gevestigd. Voor de laatste oorlog waren er in Banja Luka talloze sporen van het Osmaanse verleden te vinden. Nu zijn er nog slechts enkele Turkse huizen langs de Vrbas. De vijftien moskeeën van de stad werden vernietigd. Twee daarvan stonden op de lijst van werelderfgoederen van de UNESCO. Vooralsnog zijn er geen plannen de Arnaudija moskee weer op te bouwen. De Ferhadija moskee wordt op dit moment wel herbouwd, maar dat is een tijdrovend proces. De belangrijkste verkeersader door het centrum van Banja Luka is de Kralja Petra Karadordevica. Hierlangs staan enkele indrukwekkende gebouwen, zoals de Crkva Hriste Spasitelje (kerk van de Verlosser). Dit is een recente reconstructie van de in Tweede Wereldoorlog vernietigde kerk van de Heilige Drie-eenheid. Na de oorlog werd er op de plek van de kerk een enorm partizanenmo-nument opgericht, dat nu naar de overkant van de straat verplaatst is. Naast de kerk staat het Cultuurhuis Banski Dvor. Het statige bouwwerk werd in de jaren dertig als vergaderzaal voor de politieke vertegenwoordigers van het banaat Vrbaska gebouwd. In de communistische tijd werd het een cultuurhuis; er vonden concerten, lezingen, tentoonstellingen en filmvertoningen plaats. Ook nu nog speelt Banski Dvor een belangrijke rol in het culturele leven van de stad. Het gebouw in dezelfde stijl aan de andere kant van de kerk is het gemeentehuis. Aan de overkant van de Karadordevic-straat staat de Kunstgalerie van de Republika Srpska (Trg Srpskih Junaka 2, [email protected]). In dit voormalige station zijn bekende werken van vooral Servische kunstenaars tentoongesteld. Behalve schilderijen, zijn er ook sculpturen, tekeningen en installaties met videokunst te zien. De meeste kunst in de galerie is uit de twintigste eeuw. Het Museum van de Republika Srpska (Ðure Danicica 1) heette vroeger het Museum van de Bosnische Krajina en werd in 1930 geopend. Er worden traditionele kostuums, wapens en archeologische vondsten tentoongesteld. Ook is er een natuurhistorische collectie. Vlak daarnaast staat het Volkstheater, waar jaarlijks in mei een groot internationaal theaterfestival plaatsvindt. De meeste winkels zijn in een straat die onder de bewoners als Gospodska ulica (Herenstraat) bekendstaat, maar officieel Veselina Masleše heet. Hier zijn talloze koffiehuizen, restaurantjes en een dagelijkse boekenmarkt. Ten noordwesten van het centrum ligt het Mladen Stojanovic-park. Bij mooi weer is het park overladen met flanerende inwoners van Banja Luka. Er zijn verschillende sportvoorzieningen en horecagelegenheden. Ook de katholieke kerk Bonaventura en de orthodoxe kerk van de Heilige Drie-eenheid staan hier vlakbij. Op Banj Brdo, een heuvel ten zuidoosten van Banja Luka staat een indrukwekkend monument voor de slachtoffers die tijdens de Tweede Wereldoorlog in de Krajina vielen.De omgeving van Banja Luka
Kloosters
Het trappistenklooster Marija zvijezda is in de negentiende eeuw gebouwd. Het ligt vijf kilometer ten noordoosten van de stad in het dorp Dalibašino selo. Het bezit een uitgebreide kunstcollectie, waartoe twee zeer waardevolle schilderijen behoren: ‘De Kruisiging’ en ‘St.-Filomena’, beide van Venetiaanse schilders uit de zestiende eeuw. Ook is er een uitgebreide bibliotheek, die onder andere in het bezit is van een collectie brieven van St.-Augustinus, in 1493 in Basel gedrukt. Om het orthodoxe nonnenklooster Gomionica te bereiken volgt u de weg van Banja Luka naar Sanski Most. Na ongeveer dertig kilometer (bij Bronzani Majdan) is er een zijweg naar links richting klooster. Gomionica werd in de zestiende eeuw gebouwd en enkele fresco’s en iconen uit die tijd zijn bewaard gebleven. Ten noorden van de weg richting Doboj ligt het veertiende-eeuwse Liplje klooster, dat tot de mooiste orthodoxe kloosters van Bosnië behoort.Krupa na Vrbasu
Samen met de Una en de Neretva is de Vrbas de mooiste, wildste en voor watersport meest geschikte rivier van Bosnië-Herzegovina. In de laatste jaren organiseerde de internationale raftingbond hier zelfs twee keer wereldkampioenschappen. Ongeveer 25 kilometer stroomopwaarts van Banja Luka mondt de Krupa in de Vrbas uit. Hier ligt Krupa na Vrbasu, waar de rivier veel wilder is dan in de stad en daardoor een uitstekend uitgangspunt is voor raften, kanoën en kajakken. Het dorp heeft ongeveer 2500 inwoners en wordt omringd door natuurschoon, waar u prachtig kunt wandelen, bijvoorbeeld naar de bron van de Krupa. De warmwaterbron Srpske toplice zou een geneeskrachtige werking hebben. Langs de zes kilometer lange route zijn oude watermolens en bij de bron is de Strikina-grot. In Krupa na Vrbasu zijn een paar kleine restaurants, waar vis en andere lokale specialiteiten geserveerd worden. Het klooster van St. Elia stamt uit de dertiende eeuw en de oude burcht van Greben is nog honderd jaar ouder. Vanuit deze ruïne heeft u een fantastisch uitzicht over de diepe kloof, die de Vrbas heeft uitgeslepen. Nog iets verder naar het zuiden ligt Bocac, een vijftiende-eeuwse burcht aan de westelijke oever van de Vrbas.Gradiška en vogelreservaat Bardaca
In het brede dal van de Sava, de rivier die de grens met Kroatië vormt, ligt Gradiška, dat voor de laatste oorlog Bosanska Gradiška heette. Het stadje, dat nu bijna 20.000 inwoners heeft, was in de Romeinse tijd een belangrijke nederzetting met de naam Servitium. Archeologen vonden in de omgeving onder andere resten van een villa rustica, een Romeins landhuis. De Osmanen noemden het stadje Berbir en gebruikten het als ondersteuningspunt voor hun leger. Later werd Gradiška een grensstad. Nu is het een uitstekend uitgangspunt om op onderzoek uit te gaan in de moerassen van Bardaca. Het vogelreservaat Bardaca bestaat uit elf meren, ooibos, weidegronden en moerassen, gelegen tussen de Sava en de Vrbas. Er zijn 185 vogelsoorten waargenomen, vooral in de trektijd. De zeldzame witoogeend broedt in het moerasgebied en daarnaast komen er veel reigerachigen voor, zoals de woudaap, kwak, ralreiger, kleine zilverreiger, purperreiger, zwarte ibis, lepelaar en ooievaar. Zeearenden, witwangsterns en visdiefjes doen zich tegoed aan de rijke visfauna en er zijn ook Europese moerasschildpadden en vuursalamanders. De jacht is in dit gebied helaas niet verboden. Bardaca is weliswaar erkend als wetland van internationaal belang maar heeft niet de status van nationaal park. Daarom valt de informatievoorziening tegen en is het gebied moeilijk toegankelijk. Er lopen meerdere initiatieven om het ecotoerisme te ontwikkelen. Informeer bij lokale organisaties over de mogelijkheden.De Krajina (het noordwesten van Bosnië)
Familiereis-Tweepersoonskamer
Ben je op zoek naar een actieve en avontuurlijke familiereis en wil je daarbij ook nog niet te ver van huis? Dan...
Familiereizen
Dit is een afwisselende reis door drie verschillende landen; Kroatië, Montenegro en Bosnië en Herzegovina. Verbaas je over de mogelijkheden van de...
Rondreizen
Dit is een afwisselende reis door 4 verschillende landen; Servië, Bosnië-Herzegovina, Montenegro en Kroatië. Deze landen maakten deel uit van het voormalig...