In de jaren 1930 was Chennault kapitein bij de Amerikaanse luchtmacht, maar een slechte gezondheid en zijn meningsverschil-len met zijn superieuren over het inzetten van jachtvliegtuigen bij het onderscheppen van aanvliegende bommenwerpers – een opvatting die tegen de militaire doctrine van die tijd in ging – dwongen hem op 44-jarige leeftijd uit dienst te treden. Maar me-vrouw Chiang Kai-shek (Song Meiling) had vertrouwen in Chennault, en nam hem in 1937 in dienst om de pas gevormde Chinese luchtmacht te trainen en van advies te dienen.

Niet lang nadat hij in China gearriveerd was, brak de oorlog tegen de Japanners uit en werden Chennaults theorieën op de proef gesteld. Tijdens de eerste missies presteerden zijn vliegtuigen goed tegen Japanse bommenwerpers zonder escorte, maar de Japanners reageerden snel door de modernste gevechtstoestellen uit te zenden. Chennaults gammele tweedekkers waren geen partij voor de beweeglijke Mitsubishi A5M; en dus zagen ze zich gedwongen zich samen met de rest van -Chiang Kai-sheks nationalistische strijdkrachten 2000 mijl het binnenland in terug te trekken, van Nanjing naar Chongqing.

Ze konden niet veel meer doen dan wachten: China had moderne vliegtuigen nodig. Onderhandelingen met Washington leidden uiteindelijk tot de aankoop van 100 Curtiss P-40 jagers; in 1941zou de laatste zending in Birma arriveren, waar Chennault zijn “American Volunteer Group” (AVG) had opgericht. De vrijwilligers werden gerekruteerd uit het Amerikaanse leger of waren voormalige militaire piloten. Ze kregen $250 à $750 per maand, plus een bonus van $500 voor elk vliegtuig dat ze neerhaalden.

Al in december begonnen de Amerikaanse piloten die de AVG vormden aan een opmerkelijke serie overwinningen. Tijdens een van hun eerste gevechten boven Kunming schoten ze ten minste drie vijandelijke bommenwerpers neer en gaven de zwaar op de proef gestelde bewoners van de stad hoop. In het weekblad Time, dat de eerste overwinning van de oorlog in de Pacific vierde, werden de vrijwilligers als “Vliegende Tijgers” aangeduid.

En dat was nog maar het begin. Chiang moest de bevoorrading langs de Birma Road veiligstellen en stuurde Chennaults Third Squadron om Rangoon te verdedigen. Tijdens de kerstdagen van 1941 schoten de “Vliegende Tijgers” 23 van Japans beste ge-vechtsvliegtuigen neer zonder zelf ook maar één verlies te lijden. Japans elitekorps 64th Sentai had nog nooit zijn evenknie gevonden, en het psychologische effect van de nederlaag was enorm – drie kleine eskadrons wisten de Japanse opmars te vertragen en tartten de tot dan toe onbetwiste Japanse superioriteit in de lucht.

In juli 1942 werd Chennaults AVG ontbonden, maar al spoedig daarna werd hij tot bevelhebber van de Amerikaanse 14th Air Force benoemd. Hij bleef tot het eind van de oorlog doorvechten, en tegen juli 1945 hadden hij en zijn groep naar schatting 2600 vijandelijke vliegtuigen en 44 oorlogsschepen vernietigd. Toen hij in augustus uit China vertrok, verzamelden zich honderdduizenden Chinezen in de straten van Chongqing om hem eer te betuigen.

Nadat hij op 27 juli 1958 aan longkanker was overleden, werd hij op de nationale begraafplaats Arlington in Louisiana begraven. Chennault International Airport in Louisiana gedenkt zijn uitzonderlijke bijdragen aan de luchtvaart.