Keizerin Gemmei bracht verandering in het telkens weer bouwen van fraaie paleizen en tempels. Het kostte iedere keer veel tijd en tevens was het voor het uitgebreide administratieve stelsel en de politieke betrekkingen met andere landen niet gunstig om steeds van plek te veranderen. Gemmei besloot, door invloed van de Chinese cultuur, een permanente hoofdstad te laten bouwen. Men was diep onder de indruk gekomen van verhalen over de pracht en praal van de toenmalige Chinese hoofdstad Tsjangan (het huidige Xian, bekend om het terracotta leger) en men wilde een dergelijke hoofdstad ook in Japan. Op de Nara-vlakte, die zeer vruchtbaar was (en is), kon zeer veel rijst verbouwd worden om de groeiende stad te voeden, in combinatie met de steeds beter wordende landbouwmethodes in die tijd zag men de toekomst van deze hoofdstad met vertrouwen tegemoet. Heijo-Kyo (het huidige Nara) bleef 74 jaar hoofdstad. In deze periode hadden vier keizers en vier keizerinnen in Nara hun regeringszetel.

Toenemende boeddhistische invloed in Nara

Tijdens hun regeerperioden kreeg de boeddhistische godsdienst een steeds belangrijker rol toebedeeld in het maatschappelijke leven, mede dankzij de bescherming die de monniken van de overheid genoten. In elke prefectuur werden staatstempels (kokubunji) gebouwd. Zij vormden de basis voor een religieuze organisatie die in geheel Japan haar invloed uitoefende. De grote boeddhistische kloosters in Nara werden centra van wijsbegeerte en kunst, met als middelpunt de staatstempel Todaiji. Op het tempelterrein werd het grootste houten gebouw ter wereld neergezet en de grootste bronzen boeddha gegoten. Deze machtige tempel kunt u ook nu nog in Nara bewonderen. De rijke kloosters kregen steeds meer politieke macht. De gewone Japanner werd echter geconfronteerd met hongersnood en onderdrukking, wat waarschijnlijk de reden geweest is dat keizer Kammu in 784 besloot om zijn keizerlijke zetel te verplaatsen. In 794 vestigde hij zich definitief in Heian (het huidige Kyoto) en verbrak hij alle banden tussen de regering en de boeddhistische monniken.