Griekse Eilanden

Swipe

Politiek

Griekenland is een parlementaire democratie, met een president als staatshoofd. Elke vier jaar zijn er parlementsverkiezingen. Het parlement kiest de president. De uitvoerende macht berust bij de regering. De regering wordt benoemd door de president maar kan door het parlement worden heengezonden. Rechters worden voor het leven benoemd en zijn onafhankelijk.

In het Klassieke Griekenland ligt natuurlijk de bakermat van de democratie, maar het heeft toch heel wat voeten in aarde gehad voordat de democratie ook een feit was in het moderne Griekenland. Dat gebeurde pas in 1974 onder leiding van Konstandinos Karamanlis en zijn partij Néa Dhimokratía (ND). De ND is te vergelijken met de Christen-democraten in Nederland. Griekenland kent verder nog twee andere politieke partijen van betekenis: de PASOK, de socialistische partij en de KKE, de communistische partij. De coalitie van linkse krachten Synaspismós is van mindere betekenis. De kleur van de ND is blauw, die van PASOK groen en die van de KKE vanzelfsprekend rood. De vele politieke leuzen op bruggen en blinde muren zijn meestal in de kleur van de politieke voorkeur geschreven. Ook de kafenía waren ooit, en sommige zijn dat nog steeds, politiek getint en dat was vaak aan de kleur van de tafeltjes en stoeltjes te zien. Dat veel tafeltjes en stoeltjes in taverna's blauw zijn heeft overigens ook maken met de kleuren van de Griekse vlag. Blauw en wit zijn dé nationale kleuren.

Liefdesperikelen

In 1980 werd Karamanlis president na weer een referendum over monarchie of republiek. Het koningschap werd definitief afgeschaft. In 1981 loodste hij Griekenland de Europese Gemeenschap binnen. Na de verkiezingen in 1982 kwam de socialistische PASOK-partij aan de macht met Andréas Papandréou als boegbeeld. Drie jaar later trad Karamanlis af als president en ruimde het veld voor de partijloze Christos Sartzetakis. De PASOK was twee termijnen de grootste partij, maar toen allerlei schandalen aan het licht kwamen rondom PASOK en Papandréou, leed de partij een verkiezingsnederlaag in 1989. Financiële schandalen en de liefdesperikelen van Papandréou deden de socialisten de das om.

Weer was ND de grootste partij. Premier Konstantinos probeerde naarstig puin te ruimen in het economisch chaotische Griekenland. In 1993 werd Konstandinos Karamanlis opnieuw president en werden de verkiezingen gewonnen door PASOK. Tot zijn dood in 1997 bleef Papandréou leider van PASOK. Karamanlis stierf in 1998. Sinds 1997 wordt de partij geleid door naamgenoot Kostas Karamanlis. Hij is echter geen familie van de oud-president.

In 1995 werd Konstantinos Stephanopoulos president van Griekenland. In 2000 werd hij gekozen voor een tweede ambtstermijn. Vanaf 1993 was PASOK de grootste partij en dat bleef zo tot 2004. Na het overlijden van Papandreou werd Kostas Simitis premier. Simitis slaagde erin om economische en politieke stabiliteit te brengen in het land. Hij was ook erg geliefd bij buitenlandse leiders. Politieke hoogtepunten in zijn carrière als premier zijn de kwalificatie van Griekenland voor de Economische en Monetaire Unie, de invoering van de euro en de toetreding van Cyprus tot de EU.

Dieptepunt was de bijna-oorlog met Turkije enkele dagen na zijn aantreden als premier. Een grensgeschil over het rotseilandje Imía ontaardde in een enorm conflict dat net op tijd gesust kon worden door de toenmalige Amerikaanse president Clinton.

10 prachtige bestemmingen in Griekse Eilanden