Prešov
Aan de rivier de Torysa, een zijrivier van de Hornád ligt de stad Prešov. De oude handelsstad dankte haar vroegere welvaart aan de winning van zout. In de zeventiende en achttiende eeuw had de stad te lijden van diverse opstanden. Vooral de nederlaag van het rebellenleger onder leiding van graaf Thököly heeft een grote indruk achtergelaten; op 3 maart 1684 werden 24 protestantse inwoners van de stad op keizerlijk bevel gedood (het zogenaamde Prešov bloedbad).
Enkele eeuwen later, op 16 juni 1919 werd vanaf het balkon van het zestiende-eeuwse raadhuis (radnice) te Prešov de Slowaakse Radenrepubliek uitgeroepen. Lang heeft deze echter geen stand gehouden; drie weken later werd zij ontbonden omdat de Tsjechen en Slowaken inmiddels een gemeenschappelijke staat gevormd hadden. Het raadhuis bevat nu het wijnmuseum.
Het centrum van de oude stadskern is de Hlavná. Dit langgerekte plein wordt opgesierd door de Mariazuil en de Neptunusfontein. De fontein is gemaakt door Markus Hollander, de eerste jood die binnen de muren van de stad mocht wonen. Het plein wordt omzoomd door renaissancistische patriciërshuizen uit de zestiende eeuw. In de achttiende eeuw zijn classicistische elementen toegevoegd.
Midden op het plein staat de Sint-Nicolaaskerk (kostel sv. Mikuláša). Deze gotische kerk heeft een mooi netgewelf en aparte consoles met gezichten. De fresco's op de muren dateren uit de vijftiende en zeventiende eeuw. Het hoofdaltaar is gewijd aan Sint-Nicolaas. Het beeld van Christus aan het kruis is van meester Pavol van Levoca.
Iets noordelijker staat de evangelische Heilige-Drievuldigheidskerk (kostel Najsv. Trojice). De kerk werd halverwege de 17e eeuw voor de Hongaarse evangelische gemeenschap gebouwd. Leerlingen van het evangelische college werden onderwezen volgens de leer van het gereformeerde humanisme.
Tegenover de kerk staat het Rákóczihuis (Rákóczi dom) met zijn mooie dakrand. In het pand is het streekmuseum gevestigd. Het museum bezit een opmerkelijke collectie brandweerauto's van ongeveer 1680 tot 1950. In de hal staat een maquette die toont hoe de stad er met haar vroegere vestingmuren uitzag. Net zoals het Rákóczihuis, is ook een aantal andere huizen aan het plein getooid met dakgevels in de Oost-Slowaakse renaissancestijl en versierd met sgraffito. Het Klobušickypaleis is hiervan een mooi voorbeeld. Op de voorgevel is 'Maria-Boodschap' afgebeeld. De 17e-eeuwse Caraffagevangenis is genoemd naar de keizerlijke generaal Caraffa. De rebellen die hier gevangen zaten werden door hem gemarteld, voordat ze werden geëxecuteerd.
Op de hoek van het plein met de Floriánova staat het wijnmuseum. Iets zuidelijker bevindt zich de Šarišgalerie. Hier kunnen lokale kunstenaars hun werk exposeren.
De orthodoxe synagoge is een van de mooiste van Slowakije. Het is aan het einde van de 19e eeuw in de Moorse stijl gebouwd, met oriëntaalse ornamenten. Het staat in de Jarková, een straat iets ten noordwesten van het plein. De collectie van het Joods museum (muzeum judaík) is voor een groot deel bijeengebracht door een joodse koopman. De Kovácska bastion (Kovácska bašta) heette vroeger het bakkersbastion, omdat het bakkersgilde verantwoordelijk was voor de verdediging van het bolwerk.
Ten zuiden van het plein staat de Grieks-katholieke Johannes de Doperkathedraal. In de kerk is een mooie iconostase te zien. Ook ligt er een wassen beeld van bisschop Pavol Gojdiw in een glazen kist. Alleen enkele botten zijn echt. Gojdic was een Grieks-katholieke bisschop. Zijn zetel was in Prešov. Hij stierf in 1960, in een gevangeniscel. Hij werd door de communisten gevangengezet omdat hij weigerde afstand te doen van zijn Grieks-katholieke geloof en Russisch-orthodox te worden. In 2001 werd hij door paus Johannes Paulus II zalig verklaard. Veel gelovigen bidden bij zijn kist. Zij hopen dat door hun gebed een wonder gebeurt. Want als dat zo is, dan kan Pavol Gojdic heilig verklaard worden. Hij zou dan de eerste Slowaakse heilige worden.
Iets ten noorden van het plein staat op de hoek met de Levocská de Bosá-kova bank, een gebouw in de Oostenrijkse jugendstil. De beelden hebben de volgende betekenis: de rust en de liefde, de overvloed, de spaarzaamheid, de wetenschap en de allegorieën van de jaargetijden. Aan de zuidkant van de Hlavná is een doorgang met een mooie rand met bloemenmotief.
De Kalvária (Golgothaberg) met een pad met barokke kapelletjes ligt aan de westkant van Prešov. De kapelletjes symboliseren de plekken waar Jezus uitrustte tijdens de kruisgang.
Vlak buiten Prešov, in Solivar wordt nog steeds wit zout gewonnen. In 1572 werden Duitse kolonisten gevraagd om de zoutindustrie op te starten. Tot die tijd werd het zout gewonnen uit het mineraalwater uit diverse bronnen. Het water werd gekookt en als het verdampt was bleef het zout over. Maar de koning van Hongarije kon geen aanspraak maken op zout dat in water opgelost was en de handel in zout was erg lucratief. Vandaar dat hij op zoek ging naar andere methodes om het zout te winnen. In Solivar bleek het zout in vaste vorm onder de grond te zitten. Vandaar dat mijnen werden gegraven. Het zout werd in zakken van ossenhuid vanuit de mijnen omhooggehesen tot in een zogenaamde 'gapel', een speciaal gebouw. Een zo'n gebouw is bewaard gebleven. Tijdens een overstroming in de 18e eeuw liep de mijn vol. Dat leek het einde van de mijn. Maar in de 19e eeuw werd een methode gevonden om het zout omhoog te pompen. De pompen werden aangedreven door 4 paarden of ossen. Tegenwoordig wordt bijna 100.000 ton zout per jaar gewonnen.
'
Oost-Slowakije
- Bardejov
- Bardejovské Kúpele
- Betlanovce
- Betliar
- Bijacovce
- Červeny Kláštor
- Chyžné
- Dobšina
- Dubník
- Herl'any
- Hervartov
- Humenné
- Jasov
- Kežmarok
- Košice
- Krásna Hôrka
- Levoča
- Liptovská Teplička
- Markušovse
- Medzilaborce
- Michalovce
- Morské Oko
- Muráň
- Ochtiná
- Poloniny Nationaal Park
- Poprad
- Rožpava
- Slovensky Kras
- Slovensky Raj (Slowaaks Paradijs)
- Smokovce
- Spišská Kapitula
- Spišská Nova Ves
- Spišská Sobota
- Spišsky Hrad
- Stará L'ubovňa
- Svidník
- Tatranská Kotlina
- Tatranská Lomnica
- Vyšné Ružbachy
- Vysoké Tatry (Hoge Tatra)
- Zádielska Dolina
- Zborov
- Ždiar
- Žehra