Al wandelend kom je op plekken waar automobilisten aan voorbijgaan en toeristen zelden komen. Je laat zo de landschappen die Fuerteventura zo indrukwekkend maken optimaal op je inwerken.

In de omgeving van Corralejo, Costa Calma en Jandía kun je op je gemak kilometers langs de kust slenteren, over stranden of rotspaden langs de kliffen. In het binnenland zijn inspannende klimpartijen op steile vulkaankraters te maken, vriendelijke dorpjes te bezoeken en vele vergezichten om van te genieten. En geloof het of niet, soms beland je onverwacht in een groene oase. Ook op Los Lobos zijn heel aardige wandelingen te maken.

Geschikt voor wandelen zijn de maanden oktober tot juni, met als beste periode het voorjaar. In de zomer zullen de stoffige vlakke delen van Fuerteventura voor veel wandelaars te heet zijn.

Neem vooral de tijd voor een wandeling en ga als het even kan niet alleen op stap. Mocht je verdwalen of onderweg gewond raken, dan kan het in afgelegen gebieden lang duren voordat er mensen langskomen. Ga je toch alleen, laat dan iemand weten waar je bent en neem je mobieltje mee voor het geval je hulp nodig hebt. Trek stevige schoenen aan met een goed profiel (lavastenen kunnen vlijmscherp zijn) en neem een rugzakje mee met veel water en iets te eten. Bescherm jezelf tegen de zon (er is bijna nergens schaduw) maar houd er tegelijkertijd rekening mee dat ook op zonnige dagen het weer in hoger gelegen delen plotseling kan omslaan.

Regenen doet het zelden maar het is in de heuvels altijd wel een paar graden koeler dan aan de kust. Dit geldt vooral voor een wandeling op Pico de Zarza, waar de omstandigheden extreem kunnen zijn (mist, harde wind). Ook na zonsondergang, wanneer de hitte van de dag in de aarde is weggezakt, daalt de temperatuur snel. Neem daarom altijd een windjack of iets dergelijks mee. Sommigen zullen plezier hebben van een wandelstok op het rotsige terrein.

Het spreekt vanzelf dat wandelaars geen dieren verstoren, geen bloemen of planten verzamelen en geen afval achterlaten.