Argentinië

Swipe

Het merengebied

Dit is een van de mooiste gebieden van Argentinië, met donkerblauwe meren, een prachtig berglandschap, grotendeels bedekt met uitgestrekte bossen, besneeuwde toppen en gletsjers. Dit tezamen maakt het een van de meest favoriete streken om te bezoeken. Zowel ’s zomers als ’s winters worden de steden Bariloche, San Martín de los Andes en Esquel drukbezocht. Totaal telt het merengebied meer dan 40 meren, waarvan lago Nahuel Huapi het bekendste is.

In het noordelijk deel van het merengebied zie je een grappige en unieke boom, de araucariaboom. In Nederland wordt hij apenverdrietboom genoemd, afgeleid van de Engelse naam monkey puzzle tree. De stam lijkt op die van een palmboom en de takken hebben een patroon van bladschubben. Ze groeien rondom vulkanen en op dezelfde hoogte in Chili.

Bij Bariloche is een klein bos bij lago Nahuel Huapi met een andere zeldzame boomsoort, de arrayanboom. De schors is kaneelkleurig met witte stippen, ook wel bambibomen genoemd. In het zuidelijke deel van het merengebied groeien de oudste bomen van de wereld: de alerceboom, verwant aan de sequoiabomen in Californië. Vele van deze bomen zijn duizenden jaren oud en het gebied is dan ook een nationaal park. De hoogste bergen zijn de vulkaan Lanín (3776 m) en de Cerro Tronador (3554 m). Wel begint hier het gebergte meer vulkanisch te worden, vooral aan de Chileense zijde (zoals de beroemde vulkaan Villarica).

In de bossen bevinden zich geen grote roofdieren, maar wel enkele hertensoorten, die zich vrijwel (helaas) niet laten zien, zoals de huemel (Hippocamelus bisulcus), niet zo groot van postuur (ongeveer één meter hoog) met een klein gewei. De andere, de pudú, is vrij zeldzaam. Dit beestje is niet hoger dan 40 cm en heeft twee hoorntjes. Ze leven meestal boven de 1000 m en voeden zich met struiken en fruit.

Vergeleken met de subtropische bossen zijn hier niet veel zangvogels. De opvallendste zijn de spechten, carpintero cabeza roja (Campephilus majellanicus), met hun geklop op boomstammen. Het mannetje heeft een felrode kop en zwarte veren waarvan enkele witte vleugels hebben. De andere is de Patagonische lijster (Turdus falcklandii), die hier geel is met donkerbruine vleugels. Dan de picaflor austral, een kolibrie, die vooral in de vochtige streken vertoeft. Het is een prachtig vogeltje met een lange rode snavel en mooie gekleurde veren.

De rivieren en meren zitten vol met zalm en forel. Van de forel zijn er drie soorten, waarvan de trucha marrón (Salmo fario, de Europese forel) de grootste is.

De temperaturen zijn er ’s zomers zoals bij ons en in de winter valt er behoorlijk wat sneeuw. Niet voor niets is het merengebied een van de bekendste wintersportgebieden van het land.

10 prachtige bestemmingen in Argentinië