Rondje Marmolada vanuit Cortina d’Ampezzo
De Marmolada wordt ook wel de ‘koningin van de Dolomieten’ genoemd. Deze 3342 meter hoge berg vormt het hoogste punt van de Dolomieten en u kunt er een prachtige tocht omheen maken door dorpjes die nauwelijks door buitenlandse toeristen worden bezocht. De tocht voert ook langs wegen die door iedereen met de nodige voorzichtigheid te berijden zijn. U kunt de route rijden vanuit Bozen én vanuit Cortina d’Ampezzo, u moet er een dag voor uittrekken.
We starten de rondrit vanuit Cianacei, vóór de Passo Pordoi gerekend vanuit Bozen en óver deze pas gerekend vanuit Cortina. Gedurende de wintermaanden is het niet mogelijk om deze route te rijden.
Vanuit Cortina gaat u weg 48 in westelijke richting volgen. Via Passo di Falzárego en Passo Pordoi bereikt u Cianacei. De afstand tussen Cortina en Cianacei bedraagt ongeveer 40 kilometer en biedt volop spectaculaire uitzichten.
In Cianacei kiest u voor weg 641, een prachtige weg die over de Passo di Fedaia voert met het mooie Lago di Fedaia. Op de pas zijn diverse mogelijkheden om met gebruikmaking van kabelbanen nog dichter bij de voet van de Marmolada te komen. Een klein stukje verderop, nabij Malga Ciapela kunt u met een cabinelift overigens nóg dichterbij komen.
U komt door het dorpje Sottoguda. Hier moet u beslist even stoppen om kennis te maken met het siersmeedwerk waar het dorp grote bekendheid door verwierf. Er zijn nog diverse siersmeden actief en u moet zeker niet aan smeedijzeren hekken denken maar aan veel kleiner werk U kunt de smeden aan het werk zien, het vak gaat al sinds de middeleeuwen over van vader op zoon. De vrouw des huizes zorgt voor de verkoop van het siersmeedwerk in een winkel die aan de smederij grenst.
Er is nóg een reden om uw reis hier te onderbreken. Het zou jammer zijn als u de prachtige Serrai di Sottaguda kloof niet bezocht. De 2 kilometer lange kloof voert u door een ravijn met links en rechts steile, meer dan 100 meter hoge, wanden naar de berghut Malga Siapella aan de voet van de Marmolada.
Even voorbij Rocca Piétore sluit de weg aan op weg 203, die u naar rechts inrijdt, richting Alleghe. Het Lago d’Alleghe is ontstaan als gevolg van een aardbeving die grote delen van de erachter gelegen bergen liet verdwijnen.
U passeert San Tomasso en bij Cencenighe gaat u naar rechts over weg 846 richting Falcade, ook weer zo’n dorp om een klein uitstapje te maken. Iets ten zuiden van Falcade, in Molino, bevindt zich het Augusto Murer museum. U zult het gebouw niet gemakkelijk over het hoofd zien, het is nogal afwijkend in bouwstijl. De kunstenaar-beeldhouwer (1922-1985) die in Falcade geboren werd schijnt ooit gezegd te hebben: ‘Dit is niet alleen mijn atelier, maar een manier om cultuur naar Falcade te brengen. Als het geen atelier meer is, moet het een museum worden.’ En zo gebeurde. Naast het museum heeft zoon Franco Murer nu zijn atelier. In het museum zijn ongeveer 150 werken ondergebracht: bronzen en houten beelden, tekeningen en technieken. Murer maakte meer dan 3000 werken die over de gehele wereld verspreid zijn.
U blijft de weg volgen, over de Passo di San Pellegrino en u komt uiteindelijke bij Moéna weer op weg 48. De kerk San Volfango is onlangs gerestaureerd. De kerk dateert in oorsprong uit 1025 toen hij gebouwd werd op de overblijfselen van een heidense tempel. In de kerk bevinden zich fresco’s uit de 15e eeuw en een houtgesneden verguld altaar uit de 17e eeuw. De parochiekerk San Vigilio werd in 1164 gewijd en gotisch gerestaureerd in 1533 Op het altaar ziet u taferelen uit het leven van de heilige.
Via Pozza bereikt u het uitgangspunt Cianacei weer. De totale lengte van deze rit (zonder de aanloop daarbij te rekenen) bedraagt ongeveer 80 kilometer.
Het 3-sterrenhotel Ingram is gelegen in het Italiaanse plaatsje Selva Di Val Gardena, Zuid-Tirol. Hotel Ingram heeft een lange traditie van 100 jaar....