Gambia

Swipe

Nationale parken

In Gambia worden steeds meer gebieden aangewezen nationaal park, wildreservaat en dergelijke. Onderstaand een kort overzicht van de parken en reservaten waar de gemiddelde toerist tijden een excursie terecht kan komen.

Niet alle parken en reservaten zijn beschermd. In totaal zijn er zeven gebieden die direct onder het Ministerie of Parks and Wildlife vallen, vier nationale parken en drie natuurreservaten. Dat zijn, in alfabetische volgorde: Abuko Nature Reserve, Bao Bolong Wetlands National Park, Kiang West National Park, Niumi National Park, River Gambia National Park, Tanji Karinti River Bird Nature Reserve en het Tanbi Wetland Complex Nature Reserve. Totaal beslaan ze een oppervlakte van 38.000 ha, dat is bijna 4% van het vaste land van Gambia. Binnenkort wordt Coastal Nature Reserve aan de lijst toegevoegd. Hierover zijn nog geen nadere gegevens bekend. Het percentage wordt, als ook nog enkele andere gebieden aangewezen zijn, daardoor opgevoerd tot 5.
Behalve nationale parken en natuurreservaten is nog een 60-tal bosgebieden aangewezen die door de lokale overheden worden beheerd. Onderstaande lijst is dus niet compleet, de bosgebieden (Forest Parks) worden door grote borden langs de weg aan de passant kenbaar gemaakt.

Het Baboon Island National Park, westelijk van JanjangBureh, is gedeeltelijk voor het publiek gesloten. De naam doet vermoeden dat u hier veel bavianen mag verwachten en dat is ook zo, maar die komen ook elders in Gambia ‘gewoon in het wild’ voor. Belangrijker is dat hier de enige overgebleven chimpansees in Gambia leven.

Het Kiang West National Park is niet voor het publiek gesloten. Integendeel, het ontvangt jaarlijks zo’n 1500 a 2000 bezoekers. Met z’n 11.000 ha is het het grootste natuurpark in Gambia dat, tegen betaling, toegankelijk is. Het beschikt o.a. over een bezoekerscentrum waar, eventueel met behulp van films, een indruk gegeven wordt over flora en fauna in Gambia. Het best kunt u het park onder begeleiding van een goede gids bezoeken.

Als u een bezoek brengt aan het Tendaba Camp, dan is een uitstapje naar het K.W.N.P., zoals het park doorgaans genoemd wordt en vermeld staat, meestal inbegrepen.

Als u het park op eigen gelegenheid gaat bekijken, doe dat dan met een uitrusting en kleding die aan de tropen zijn aangepast. Vergeet nooit (veel) water mee te nemen. Het is zelfs toegestaan in het park te koken en te overnachten, maar slechts op aanwijzing en na voorafgaande toestemming van één van de parkwachters.

Op elke toegangsweg naar het park is men bekend met de plaats waar u een parkwachter kunt vinden. Het park is toegankelijk vanuit een vijftal dorpen: Jali, Kolikunda, Baljana, Batteling en (vanaf de hoofdweg, dus het meest voor de hand liggend) Dumbuto. U vindt in het park diverse soorten tropisch woud, mangrovemoerassen en andere landschappen, zoals savannen. Het vogelleven is in deze omgeving bijzonder rijk. Het is dan ook geen toeval dat het symbool van het park gevormd wordt door een vogel, de bateleur eagle, een adelaarssoort.

Dankzij het feit dat vele park- en natuurwachters zich met dit fraaie stuk natuur bezighouden, worden regelmatig vogelsoorten ontdekt waarvan men niet wist dat deze ook in Gambia voorkwamen. Zo werd in 1995 de Lachende Valk (Laughing Falcon: Herpetotherus Cackinnans) voor het eerst waargenomen. Het is een slangeneter, waarvan men dacht dat deze voornamelijk in Mexico en Argentinië voorkwam.

In het park komen tientallen slangensoorten voor, maar ook apen, aardvarkens en ander klein wild. Er zijn sporen ontdekt van luipaarden. De meeste gidsen zullen vertellen dat u antilopen te zien krijgt, maar deze zijn, na een grote bosbrand in 1974, niet meer waargenomen.

Enkele jaren geleden ontdekte men in het park de restanten van een Portugese handelspost. Het weinige dat er van over is (een stenen trap die ooit toegang tot de post gaf), is sinds april 1996 bereikbaar. De nederzetting werd in 1816 verlaten.

In Batteling bevindt zich een viertal kanonnen, afkomstig van een Portugees schip dat ooit in de rivier is gezonken. Oorspronkelijk waren het er vijf, in verschillende maten, maar het kleinste is gestolen.

Het Abuko Nature Reserve, op voorstel van de Engelsman Brewer in 1967 door de vroegere president Jawara gesticht, is een echt stuk natuur gebleven. Men kan er kennismaken met de jungle zoals die behoort te zijn. Een bijna 3 km lang pad slingert zich door dit stuk ongerepte natuur, waar u de meest uiteenlopende bomen en struiken kunt bewonderen. Lianen slingeren zich langs en tussen ander groen door en de geweldige oliepalmen, die hier tot ruim 30 meter hoog groeien, zijn blikvangers van de eerste orde.

Het reservaat is vooral bekend vanwege het grote aantal vogels dat het herbergt. Recente tellingen spreken over meer dan 280 verschillende soorten. Aan het einde van het pad is een aantal gebouwtjes opgetrokken, waarin zich, behalve een kiosk voor verfrissingen, onderkomens voor de dieren bevinden. Er zijn hyena’s, antilopen en diverse kleine katachtigen. Er is, uniek in de wereld, een revalidatiecentrum voor apen. Speciaal opgeleide trainers leren hier chimpansees en gorilla’s die in gevangenschap geboren zijn, zich aan te passen aan de omgeving waarin hun voorouders geboren zijn, waarna ze weer in het wild kunnen worden uitgezet.

De chimpansees gaan naar hun soortgenoten op Baboon Island, gorilla’s worden in de tropen ondergebracht. Dierentuinen uit de gehele wereld participeren in dit project.

Op weg naar de verfrissingen passeert u een krokodillenpoel. De watervoorziening in deze poel was aanvankelijk natuurlijk, maar is thans aangesloten op de openbare watervoorziening. Aan de rand van de poel is een uitkijkpost, waarin tevens allerlei informatie wordt verstrekt over het reservaat en van waaruit u ongestoord de krokodillen en de overal aanwezige vogels kunt bekijken.

Tijdens de tocht door het reservaat zult u soms opgeschrikt worden door geritsel in de toppen van de bomen, waar apen hun onderkomen gevonden hebben. Voor (zo die er al zijn) liefhebbers van spinnen: de grootste spinnen die hier werden aangetroffen, waren, gemeten over de buitenkant van de poten, ruim 11 cm. Hun web overspande een opening van ruim 5 meter.

Er is maar één pad, zodat u het park rondloopt. Er is zóveel variatie, dat u geen moment het idee hebt alles voor de tweede maal te zien. Een verrekijker niet vergeten!

Er zijn nog enkele plaatsen die niet tot de nationale parken gerekend mogen worden, maar die zeer de moeite waard zijn om te bezoeken en gemakkelijk bereikbaar zijn.

In de directe omgeving van het Sunset Beach hotel, het Palm Beach hotel en het Badala Park hotel zijn stukken land die tijdens vloed onder water lopen. Als het water zakt vallen deze gebieden droog, maar blijven er tientallen soorten kleine zeediertjes, kleine visjes, e.d. achter. Hetzelfde gebeurt tussen Bakau en de doorgaande weg Banjul-Serekunda, een gemakkelijk toegankelijk gebied. Als u in alle rust vogels wilt observeren of fotograferen, dan zijn dit gebieden die aan te bevelen zijn. Luilekkerland voor vogels en voor vogelliefhebbers.

Nabij de genoemde hotels kunt u een gids inhuren die gespecialiseerd is in de vogels die men er aantreft.

Het Bijilo Forest park, gelegen nabij Kololi, wandelend bereikbaar vanuit de hotels in Kololi, herbergt eveneens een schat aan vogelsoorten. Bovendien zijn ook hier de apen goed vertegenwoordigd. In de vroege ochtend is het een lustoord voor de vogelliefhebber die via aangelegde paden een wandeling door het park maakt.

Op veel plaatsen ziet men de zg. Forest Parks. Deze zijn opgezet met buitenlandse hulp, w.o. uit Duitsland, om te voorkomen dat Gambia kaal gekapt wordt. De parken zijn eigenlijk productiebossen en meestal niet toegankelijk zonder begeleiding van een boswachter. De houtopbrengst wordt hoofdzakelijk voor constructiedoeleinden, zoals huizenbouw e.d. gebruikt. Het overschot wordt geëxporteerd. De bewoners van de dorpen die in de nabijheid liggen, zijn vrij om er hout uit te betrekken voor het vuur om de maaltijden te bereiden. De verkoop ervan door de dorpsbewoners is niet toegestaan, omdat de houtvesterijen zélf de verkoop van het overtollige hout regelen.

Bij enkele forestries, onder andere die bij Dumbuto, bevindt zich ook een orchideeënkwekerij. De Gambiaanse regering wordt ook steeds zuiniger op de mangrovemoerassen langs de rivier. Omdat het een inkomstenbron is voor honderden gezinnen (oesters!) heeft men de regels rond de betreding ervan nog niet al te scherp gesteld. Men spreekt dan ook over reservaten, in Gambia specifiek aangeduid als wetlands.

Op veel plaatsen, zoals bijvoorbeeld in de wetlands tegenover Tendaba, worden boottrips georganiseerd. Op een uiterst ontspannen wijze vaart u door unieke natuurgebieden, veelal bewoond door tientallen vogelsoorten, honderden hagedissen in vele soorten en maten en duizenden slijkspringers en krabben.

Voor gedetailleerder uitleg over de vele parken en natuurgebieden kunt u het beste het Reishandboek Gambia raadplegen. Verkrijgbaar via de uitgever, via de erkende boekhander en via de site van de auteur on der Afrika: https://webshop.pauldewaard.nl.

Palm Beach

Zoals de naam Palm Beach je al doet vermoeden, is het hotel direct aan een van de mooiste stranden van Gambia gelegen...

v.a. 552 p.p.

Palma Rima

Welkom in The Gambia, the?smiling coast of Africa?. Het land van de gastvrije lach zie je gegarandeerd terug tijdens je verblijf in...

v.a. 760 p.p.

10 prachtige bestemmingen in Gambia