De Kathedraal La Seu

De kathedraal La Sue in Palma de Mallorca.

De gotische kathedraal van Palma de Mallorca (geopend:ma.-vr. van 10.00 tot 18.00 uur, za. van 10.00 tot 14.30 uur, zo. gesl.) verheft zich boven het stadscentrum en kijkt uit over de baai van Palma. Tijdens de verovering van het eiland door Jaume I op de moren, werd zijn vloot verrast door een zware storm. De koning beloofde Maria een kerk voor haar te bouwen op het eiland als zijn vloot gespaard bleef. De storm ging liggen en Jaume I hield woord: op de plek waar een Arabische moskee stond bouwde hij een kerk. In 1300 besloot Jaume II, de eerste onafhankelijke koning van Mallorca, om de huidige kathedraal op de plaats van het voormalige Arabische kasteel (Alcazaba) te construeren. In de daaropvolgende zeventig jaren kreeg het godshuis zijn huidige uiterlijk en staat het bekend als La Seu, de kathedraal van Palma de Mallorca. Voor de bouw van de 14 achtkantige zuilen liet hij zandstenen uit de groeve van Santanyl hakken. De 21,27 m hoge en opmerkelijk ranke zuilen die de gewelven ondersteunen zijn de hoogste van Spanje. De kathedraal is 109,4 m lang en 39,45 m breed (ongeveer de grootte van een voetbalveld) en is een van de grootste in zijn soort. Het gewelf van het middenschip torent bijna 44 m boven de vloer van het godshuis uit.

Kerkmuseum La Seu

Lees meer

De toegang tot de kathedraal ofwel La Seu, zoals de Mallorcanen hem noemen, loopt via het kerkmuseum (dezelfde openingstijden als de kathedraal) in de kapittelzalen. Hier vergaderden priesters en kloosterlingen. De kaartjes worden verkocht in het vroegere armenhuis. In het museum van de kathedraal La Seu staat veel religieus vaatwerk van zilver en goud. Bijzonder fraai zijn de rijkversierde, 18e-eeuwse zilveren kandelaars van Joan Matons. Andere kunstschatten in de kathedraal La Seu zijn onder andere een 16e-eeuwse gouden monstrans van Joaquim Bonnin, een 15e-eeuws rijk bewerkt kruis met een reliek van het Heilige Kruis en de ivoren Christusfiguren op de twee kruisbeelden (17e en 18e eeuw). Onder glas liggen enkele restanten van de vroegere Romeinse nederzetting.

Gebrandschilderde ramen en roosvensters van La Seu

Onder het orgel door betreedt u de drieschepige kathedraal. Het orgel is de negende op een rij van illustere orgels die hier stonden. De eerste stamde uit 1304; het huidige orgel werd in 1789 geplaatst, maar werd later vele malen verbeterd en gerestaureerd. De laatste restauratie voltooide men in 1993.

Onmiddellijk valt het vele licht op dat door de gebrandschilderde ramen en roosvensters van de kathedraal La Seu naar binnen stroomt. Uiteraard vielen de ramen veelvuldig ten prooi aan de tand des tijds. Vandaar dat veel ramen uit de 19e en 20e eeuw stammen. De vijf roosvensters zijn ouder. De stenen vormen waarin het glas in de roosvensters is gezet is beter bestand tegen weersinvloeden. Oorspronkelijk bezat de kathedraal zeven roosvensters, maar tijdens de restauratie van de voorgevel aan het einde van de 19e eeuw, metselde architect Peyronnet twee roosvensters boven de zijschepen dicht. Aan deze restauratie dankt de voorgevel zijn neogotische uiterlijk. Antoni Gaudi plaatste in deze eeuw enkele gebrandschilderde ramen in het gebedshuis om nog meer licht naar binnen te halen. Het roosvenster bovenin het grote schip, voor het koor, is het grootste roosvenster in de wereld. Het is het grootste oculus maior(grootste oog) van de gotische architectuur en heeft een diameter van 11,3 m, met de stenen lijst meegerekend zelfs 13,3 m. In totaal beslaat het reusachtige raam een oppervlakte van 97,5 m2. Het venster werd in 1375 vervaardigd in opdracht van de toenmalige bisschop Galliani en werd in 1587 gerestaureerd door Gaspar Janer. In 1946 werden de kleurrijke ramen schoongemaakt en waar nodig hersteld. Overigens is het roosvenster in de voorgevel met een diameter van 10,5 m niet veel kleiner. Dit rooster met de naam Maria in het centrum werd tussen 1597 en 1599 gemaakt door Joan Jordi. Ongeveer 20 jaar geleden werd het raam gerestaureerd.

De altaren, koorstoelen en graven in La Seu

Opmerkelijk zijn in de kathedraal van Palma de Mallorca de vele vergulde, barokke altaren in de zijkapellen. De achterwanden van deze altaren staan vol met beelden van heiligen. Let ook op het rijke houtsnijwerk in de koorstoelen rondom het hoogaltaar. Bijzonder zijn de twee 16e-eeuwse preekstoelen van de hand van Juan de Salas. Verder verdienen de graven van de Mallorcaanse koningen Jaume II en Jaume III uw aandacht. U vindt ze in de kapel van de Drieëenheid, recht achter het koor.

Buitenzijde La Seu

U kunt de kathedraal van Palma de Mallorca verlaten via het kloosterhof. Midden op het hof staat een waterput. Onder de arcaden zijn de toiletten. Rondom de kathedraal vindt u veel antiekwinkels (aritiguitats) en souvenirwinkels. Bordjes geven de richting aan naar het Museo Diocesano en de Banyas Arabs (via het Museo de Mallorca). In de zuidmuur van de kathedraal (zeezijde) valt de poort El Mirador op, een rijke gebeeldhouwde toegangsdeur die ontworpen werd door Guillem Sagrera, de architect van het beursgebouw La Lonja. Onderaan de stadsmuur bij de kathedraal, tussen het gebedshuis en het Pare de la Mar, kunt u het culturele centrum Ses Voltes vinden. Hier treden tijdens de zomeravonden theater- en muziekgroepen op in de openlucht. Met de paardenkoetsen kunt u een rondrit door het oude stadscentrum maken.