Globaal gezien zijn er vier soorten taxi’s waar u gebruik van kunt maken: de toeristentaxi, de gewone taxi, de bushtaxi in de vorm van een busje en de bushtaxi in de vorm van een gewone taxi. De belangrijkste verschillen zijn gelegen in het feit dat een toeristen- of gewone taxi de route rijdt die de klant opgeeft, de bushtaxi’s rijden een vaste route. Het meest in het oog lopende verschil is overigens de prijs.

U herkent de bushtaxis aan de geelgroene kleuren, de toeristentaxi’s zijn groen en hebben op de zijkant soms ook nog een witte ruit. Elke huurauto heeft een gele kentekenplaat.

De toeristentaxi
U vindt ze voor het hotel. Bij de standplaats is een bord opgesteld, waarop u precies kunt lezen wat een rit waar-naar-toe kost. Er staan ook enkele excursies op, zoals een rit naar Katchikally en terug, inclusief wachttijd. U vindt er ook meerdaagse uitstapjes, een tweedaagse rit naar JanjangBureh, om er maar een te noemen. U weet dus precies waar u aan toe bent, de prijs is gegeven, evenals de prestatie. Als u bijvoorbeeld naar Brikama wilt en terug en u wilt dat de chauffeur u daar begeleidt, dan is dat allemaal te regelen, u betaalt een vast bedrag voor de tijd dat de taxi stilstaat. U betaalt per taxi, dus de prijs blijft gelijk, of u nu met z’n tweeën of met z’n vieren gaat. Er is alleen een gering verschil tussen een kleine en een grote taxi, maar ook dat staat op het bord exact aangegeven.

De gewone taxi
Deze rijden, nét als bij ons, rond en pikken passagiers op. In Amsterdam noemden ze het ‘snorders’. Er is ook een aantal vaste taxistandplaatsen. Ze brengen u heen waar u wilt voor een overeen gekomen prijs. Men noemt dit een ‘towntrip’. De prijs komt dus tot stand door te onderhandelen.
Taxi’s hebben geen meter, dat geldt voor alle taxi’s. Als u de prijs in gedachten neemt die een taxi voor het hotel berekent voor een bepaalde rit, dan weet u wat duur is. Tijdens het onderhandelen op een taxistandplaats of met een snorder, komt u voor dezelfde rit, aanmerkelijk goedkoper weg en het is even vertrouwd.
Als u wilt dat de chauffeur op u wacht dan moet u ook nu weer extra betalen voor de wachttijd. U komt dus vooraf overeen of er sprake is van een enkele rit of van een retour. In beide gevallen geldt: betalen als de gehele rit voltooid is.
Neemt u een towntrip naar de hotels dan kan het voorkomen dat u op de grote weg wordt afgezet, het gebied rond de hotels wordt afgeschermd voor de toeristentaxi’s.

De bus-bushtaxi en de bushtaxi
Het vervoer per bushtaxi komt altijd op hetzelfde neer: u betaalt voor een vaste rit een vaste prijs. Het verschil zit hem slechts in het aantal passagiers dat meegaat.
Over het algemeen is een bushtaxi een busje, maar bijvoorbeeld tussen Serekunda en Bakau rijden gewone taxi’s als bushtaxi. Het gebruik maken ervan is simpel (en spotgoedkoop), maar u moet even weten hoe het werkt.
U moet eerst uitvinden welke route de taxi rijdt. Dat is niet moeilijk, de hotelreceptie kan u zo informeren. Als u in de buurt van een eindpunt bent dan is het al heel eenvoudig, u stapt in en gaat zitten, wachtend op de dingen die komen gaan.
Als u in een lege ‘gewone’ taxi stapt, overtuig u er dan van dat het inderdaad een bushtaxi is, hoewel bij een gewone taxi de chauffeur zal vragen waar u naartoe wilt. De bushtaxi wordt op uw verzoek een gewone taxi.
Voor een ‘towntrip’ maakt u vooraf prijsafspraken, óók als u naar een plaats wilt die op de normale route van de bushtaxi ligt. De chauffeur neemt onderweg geen passagiers op. Soms worden al in de taxi aanwezige passagiers, als u een towntrip wenst gewoon in een andere taxi overgeladen.
De taxi brengt u langs een vaste route naar een vast eindpunt. Als u onderweg wilt uitstappen dan maakt u dit kenbaar door dit tegen de chauffeur te zeggen op het moment dat u uw uitstappunt nadert, of u zegt het tegen de ‘conducteur’. Jawel, op de busjes rijdt een tweede persoon mee die ervoor zorgt dat het busje op tijd stopt, dat de lading op het dak of waar dan ook terechtkomt én die met u afrekent als u uitstapt. O ja, hij doet ook steeds de deur open en dicht, want dát is wel eens een kunst apart.
Blijft u de hele rit zitten dan wordt ergens onderweg met alle inzittenden afgerekend, dat wijst zich vanzelf. Vraag echter nooit hoeveel het kost, geef voldoende geld en houd uw hand op, er komt vanzelf wisselgeld in terug, eventueel via, via. Als u te weinig geeft, dan hoort u het wel. U kunt natuurlijk ook even opletten wat andere passagiers afrekenen.
Als u niet bij een eindpunt opstapt, dan gaat u ergens op de route staan en bij het naderen van een taxi, steekt u evenveel vingers op als het aantal personen dat vervoerd moet worden. Heeft de taxi voldoende plaats dan stopt hij, anders wacht u op de volgende en u herhaalt het ritueel, ze rijden af en aan.
Het zal u opvallen dat taxi’s claxonneren als ze u passeren, terwijl u ergens loopt te wandelen. Zij maken u erop attent dat ze voldoende ruimte hebben om u te vervoeren.

De meeste taxi’s waar u mee te maken zult krijgen vertrekken uit Serekunda, vrijwel allemaal vanuit het centrum. U kunt vertrekken in de richting Bakau, Banjul, Sukuta en Brikama (Bakau is de goedkoopste, de overige ritten zijn iets duurder). Als u naar het Senegambiagebied moet, vindt u de taxi aan de doorgaande weg Banjul-Sukuta, even voorbij het politiebureau en schuin tegenover de Banjul Pharmacy. Er staan geen bordjes op waar ze naar toe gaan en met name in Serekunda rijden ze gedeeltelijk dezelfde route.
Hoe weet u dan of u in de goede taxi zit? Wel, heel eenvoudig, door te luisteren naar wat er geroepen wordt. De chauffeur of zijn bijrijder roepen namelijk hun bestemming. Soms, en vooral als u nog niet veel van dit soort vervoer gebruik heeft gemaakt, is het wel eens onduidelijk. Ze roepen namelijk de plaats van bestemming enkele malen snel achter elkaar: ‘Bakau, Bakau, Bakau… Bánjul, Bánjul, Bánjul…’. Als u ze min of meer vragend aankijkt, krijgt u onmiddellijk de bestemming in enkelvoud.
Alle plaatsen in de taxi mogen bezet worden, óók in de busjes en dat levert vaak een meer dan vol vervoermiddel op. Dat is niet altijd even prettig, maar de rit is doorgaans kort. Is er dus voorin ruimte, dan gaat u gewoon voorin zitten.
Het grote voordeel van de bushtaxi is de prijs. Om een voorbeeld te geven, voor 10 tot 20 dalasis per persoon rijdt u van Senegambia naar Banjul, overstappen in Serekunda. Per toeristentaxi betaalt u tenminste 200 dalasis per taxi.
Wilt u verder dan de aangegeven eindbestemming, dan kunt u ervan uitgaan dat u ter plekke een bushtaxi vindt die u dieper het land in brengt.