Noord-Noorwegen

Swipe

E6 Fauske-Bodø

Voor de snelste route naar het noorden volgt u de hoofdader van Nordland, de E6, van Fauske naar Narvik. De weg verloopt landinwaarts over hoge bergplateaus en langs spectaculaire berglandschappen en fjorden. Onderweg ziet u imposante granietwanden, die door het gletsjerijs zijn gladgeschuurd. De huidige doorgaande weg tussen Fauske en Narvik werd pas is 1989 mogelijk na de bouw van een groot aantal tunnels. Daarvoor waren veel veerboten nodig om van Fauske naar Narvik te rijden. Nu scheidt nog slechts 1 pontveer de Noordkaap van Oslo: over de Tysfjord van Drag naar Kjøpsvik, of noordelijker bij Bognes. Op twee plaatsen langs de E6 kunt u met een ferry oversteken naar de Lofoten: vanaf Skutvik naar Svolvær, of vanaf Bognes naar Lødingen.

Rago nationaal park

Twintig kilometer ten noorden van Fauske is een afslag naar Storfjord en het Rago nationaal park. Dit relatief kleine nationale park (171 km2) is in 1971 opgericht om de wilde berglandschappen en de zeldzame planten en dieren (veelvraat, lynx, bever) te beschermen. Omdat het direct grenst aan de grote Zweedse nationale parken Padjelanta, Sarek en Stora Sjøfallet maakt Rago deel uit van een 5700 km2 groot natuurgebied. Rago is een van de ontoegankelijkste berggebieden van Noorwegen. Een verrassend mooi wildernisgebied met kale bergen en ruige kloofdalen, waarin glasheldere rivieren slingeren. De dalbodems zijn bedekt met dicht, bloemenrijk berkenbos, dat hogerop overgaat in dennenbos met heide en bessen (bosbes, multebær). Boven de boomgrens bestaat Rago uit onherbergzame kale rotsplateaus en bergtoppen van gladgeslepen graniet.

Wandelroutes

Vanaf het eindpunt van de weg bij boerderij Lakshola begint een prachtig maar moeilijk begaanbaar pad dwars door het natuurgebied naar Zweden. Samen met een pad dat iets zuidelijker start is het de enige wandelroute door het natuurgebied. In Rago staan twee kleine hutten van het Norske Statskog, Storskogvasshytta en de Ragohytta. U kunt er gratis overnachten; beide hutten bieden plaats aan 4 tot 6 personen, hebben een gasfornuis, houtkachel, pannen en bestek en zijn permanent open (zelf slaapzak en eten meenemen). Voor ervaren bergwandelaars is er een mooie tweedaagse rondwandeling te maken.

Husmannsplassen Kjelvik

Na een aantal tunnels passeert u op de E6 de Leirfjord, een zijfjord van de Sørfolda. Op een afgelegen plek staat Husmannsplassen Kjelvik, een boerderij van een Samische pachtersfamilie uit de vorige eeuw, geheel in authentieke staat bewaard gebleven. Het is zeer de moeite waard om hier te stoppen en een bezoek te brengen aan het boerderijtje waar de tijd min of meer stil is blijven staan sinds de laatste bewoner, Hans, in 1967 overleed. Hans leefde er de laatste 7 jaar alleen en is 87 jaar geworden. Er is bijna niets veranderd aan de boerderij. Voor de weg in 1989 werd aangelegd was de plek zeer geïsoleerd, gelegen op 300 m boven de fjord. Een 2 km lang paadje voert naar de fjord, vanwaar alle goederen vroeger per schip werden aangevoerd en naar de boerderij werden gedragen. U kunt een rondleiding krijgen en mag alle voorwerpen bekijken en in de hand nemen. U krijgt zo een goed beeld van het harde leven van een eenvoudige familie op deze afgelegen plek. Een aardige Noorse scholiere in klederdracht leidt u rond, zet koffie en serveert wafels. Husmannsplassen Kjelvik: 20 juni-21 aug. dag. 11.00-17.00 uur.

Tysfjord

De volgende grote fjord is de Tysfjord met zijn vele vertakkingen, de enige fjord langs de E6 die u per veerboot dient over te steken. De snelle route voert aan de noordkant van Bognes naar Skarberget (25 min). Wie de voorkeur geeft aan een rustiger route langs spectaculaire rotspieken, waaronder de beroemde Stetind (1392 m), kiest voor de oversteek van Drag naar Kjøpsvik (45 min) en weg 827 richting Narvik. De Tysfjord valt geheel binnen de gelijknamige gemeente. Hoe ruig het gebied is blijkt uit het feit dat van het 1462 km2 grote grond-gebied slechts 4 km2 landbouwgrond is. De rest bestaat uit water, bos, fjell, sneeuw en ijs. De langste zijtak is de Hellemofjord, die ver landinwaarts voert. Vanaf het afgelegen Hellemobotn aan het eindpunt van de fjord is het slechts 6 km tot de Zweedse grens. Hier is Noorwegen op zijn smalst. Bij Hellemobotn staan enkele huizen en kan men kamperen (geen winkeltje of accommodatie). Vanuit Hellemobotn zijn prachtige wandeltochten te maken en is er een verbinding met de paden naar Vaisaluojta in Zweden en de Nordkalottruta naar Kilpisjärvi. In de zomer vaart er zes keer per week een expresboot van de OVDS fjord-express vanuit Kjøpsvik naar Hellemobotn.

De Tysfjord is vooral bekend om zijn orka’s, die ’s?winters in groten getale in de fjord aanwezig zijn. Oorzaak van dit bijzondere natuurverschijnsel is de ondiepe drempel aan de ingang van de fjord, die in het najaar het relatief warme water in de fjord vasthoudt. Grote scholen haring trekken hierdoor jaarlijks de wateren van de Vestfjord en de Tysfjord binnen, gevolgd door honderden orka’s. De haring en de orka’s overwinteren in de fjord. Van eind oktober tot januari kunt u Orkasafari’s maken op de Tysfjord, die worden georganiseerd vanuit het Tysfjord Turistcenter in Storjord, dat behalve hotel ook onderzoekscentrum is voor marinebiologen die de orka’s bestuderen. Tijdens de excursie ziet u de orka’s van dichtbij en vaak ook zeearenden, die een graantje meepikken en met hun klauwen de bijeengedreven haring uit het water plukken.

In 2010 en 2011 werd een dramatische afname in het aantal orca's waargenomen, mogelijk veroorzaakt door verandering in migratiepatroon van de scholen haring. In 2012 was het aantal orca's weer enigszins gestegen. Het is mogelijk dat in de toekomst de haring (en de orca's) de fjorden zullen verlaten.

 

De Tysfjord is een van de gebieden van Nordland waar vanwege de rijke visstand al vele eeuwen een Samische bevolkingsgroep leeft. De kust-Sami van Tysfjord maken deel uit van de grote Lulesamische bevolking aan de andere kant van de bergen in Zweden. Er waren altijd contacten tussen de Sami aan de kust en die aan de andere kant van de bergen (nu Zweden). De Sami in de Tysfjord leefden van de visvangst in de fjord. Tegenwoordig zijn de Samibewoners werkzaam in de industrie, de schapenhouderij en de kustvisserij. In Drag (afslag 4 km van de E6) staat het Arran-Lulesamisch centrum, een regionaal cultuurcentrum, met taalcentrum, bibliotheek en museum over de Samicultuur.

Hamarøy

Bij Ulsvåg kunt u links de E6 verlaten en weg 81 nemen richting Skutvik. Via een brug bereikt u Oppeid op het eiland Hamarøy (dit is ook de route voor degene die vanaf Skutvig de veerboot naar Svolvær op de Lofoten wil nemen). Het eiland Hamarøy is vooral bekend geworden omdat de omstreden schrijver Knut Hamsun hier opgroeide. Geïnspireerd door de werken van Hamsun en de schitterende natuur hebben zich verschillende kunstenaars op het eiland gevestigd. Op Hamarøy kunt u slenteren ‘langs overwoekerde paden’, zoals de titel van Hamsuns laatste roman luidt.

Hamsunsenter

Sinds de bouw van het nieuwe Hamsunsenter in 2010, een ultramodern gebouw van de architect Steven Holl, staat Hamarøy nog meer in het teken van de beroemde schrijver. Het museum dat voorjaar 2010 voor publiek opende, is gebouwd in de vorm van een toren van 5 etages en omvat tentoonstellingsruimten over Knut Hamsun en zijn werken, een café, bibliotheek en auditorium voor theater en muziekvoorstellingen.

In Oppeid is een klein openluchtmuseum (Hamarøy Bygdetun), een oude handelspost en boerderij. ’s?Zomers is hier is tevens de Toeristeninformatie, een café en er worden handwerkproducten verkocht. Vijf kilometer buiten Oppeid (richting Skutvik) kunt u een bezoek brengen aan het Hamsunmuseet in Hamsund, het ouderlijk huis van Knut Hamsun.

Tranøy

Interessanter dan Oppeid zijn het vissersdorp en de gelijknamige vuurtoren van Tranøy, die u bereikt via een zijweggetje vanuit Oppeid. Vlak voor het eind van de weg kunt u linksaf slaan en een kijkje nemen bij Tranøy Fyr. Op een tot de verbeelding sprekende plek staat deze ijzeren vuurtoren uit 1864 op enkele rotseilandjes in zee. U hebt er fraai uitzicht op de beroemde ‘muur van de Lofoten’. De bijgebouwen herbergen een trendy café-restaurant (’s zomers open tot 01.00 uur) en hotelkamers. U kunt een rondleiding in de toren krijgen, of deelnemen aan een van de vele activiteiten (orkasafari, zeevissen, zeearendsafari, hot-tub). Aan het rechtereind van de weg ligt het pittoreske haventje van Tranøy, met twee kunstgaleries, en de tot café-restaurant verbouwde walvisvaarder Hvalbåten Svolværing. De voormalige winkel, waar Hamsun in zijn jeugd werkte, is verbouwd tot kunstgalerie, waar werken zijn tentoongesteld van diverse door Hamsuns werken geïnspireerde kunstenaars. Buiten de galerie verrijzen langs de weg ieder jaar meer beelden van hedendaagse kunstenaars. Richting het haventje ligt de Tranøy Galleri in enkele oude schoollokalen die prachtig zijn verbouwd tot moderne galerie. Hier zijn onder meer 33 Hamsunillustraties tentoongesteld van de schilder Tor Arne Moen.

Stetind

Weg E827 vanaf Kjøpsvik richting de E6 is vrij recent aangelegd met 4 lange tunnels door een van de meest spectaculaire berggebieden van Noord-Noorwegen. Na enkele tunnels passeert de weg de voet van de 1392 m hoge Stetind, Státtatjåkkå in het Samisch. Deze berg werd in 2002 door de leden van de DNT (Den Norske Turistførening) verkozen tot nationale berg van Noorwegen. Niet zonder reden, want deze perfecte monoliet van compact graniet, ook wel de Matterhorn van Noorwegen genoemd, rijst vrijwel direct uit de fjord omhoog. De scherpe vorm van Stetind is het gevolg van de duizenden jaren durende schurende en polijstende werking van het gletsjerijs, tot een waar kunstwerk van graniet overbleef. Stetind was al in de tijd van de Vikingen een belangrijk baken voor zeevarenden langs de kust van Noord-Noorwegen, en een object voor tal van sagen en legenden. De Noorse schilder Peder Andersen Balke schilderde in 1864 een indrukwekkend portret van deze woeste berg. Zijn beroemde schilderij ‘Stetind in de mist’ hangt in Oslo’s Nasjonalgaleriet, en siert vanaf 2004 ook een Noorse postzegel. De Brit Slingsby, die het rotsklimmen in Noorwegen introduceerde, noemde Stetind ‘de lelijkste berg die ik ooit heb gezien’. Maar dit had waarschijnlijk meer te maken met het feit dat het Slingsby niet was gelukt om de top te bereiken.

Stetind werd in 1910 voor het eerst beklommen door Schelderup, Bryn en Rubenson, het team dat ook de bekende Svolværgeita op de Lofoten had beklommen. De oostroute van de eerste beklimmers wordt tegenwoordig veel beklommen (twee lengtes 4). Eerder, in 1888, had de Deen Carl Hall, al de tweehonderd meter lagere voortop bereikt; het punt tot waar ook nu de ervaren bergwandelaar kan komen (zonder klimmateriaal nodig te hebben). Een klim tot Halls’ voortop is voor de ervaren bergwandelaar een geweldige ervaring, met panoramisch uitzicht rondom. Later werden de prachtige pijlers en de moeilijke rotswanden ertussenin beklommen. In 1936-37 beklom Arne Ness een imponerende technische route over de zuidpijler naar de top, tegenwoordig samen met de westpijler een van de klassiekers op de berg (6e graad). Pas in 1985 werd de noordwand voor het eerst beklommen, door Noorse klimmers die een week nodig hadden voor de extreem moeilijke rotswand. Stetind trekt klimmers uit vele landen, maar ook de Noorse Koning Harald beklom in 1992 de Stetind via de oostkam. Voor klimroutes op Stetind: www.stetind.nu en www.rockfax.com (klimgids Lofoten/Stetind).

10 prachtige bestemmingen in E6 Fauske-Bodø en Noorwegen