St.-Quentin aan Route 17 naar de kust van de Baie des Chaleurs is de toegangspoort tot het Mount Carleton Provincial Park. Hier ligt onder meer de hoogste berg van de drie maritieme provincies: de 820 meter hoge Mount Carleton. Je kunt naar de top ervan wandelen, maar dat vergt wel flinke conditie. Bovendien moet je in staat zijn jezelf in de wildernis te kunnen redden, want voorzieningen zijn er bijna niet. Volgens de parkwachters heb je van bovenaf uitzicht op minstens tien miljoen bomen. Mount Carleton maakt deel uit van een van de oudste bergruggen van Noord-Amerika, de Appalachian Mountains. Naamgever sir Thomas Carleton was New Brunswicks eerste vice-gouverneur.

Mount Carleton Park

Van oorsprong is het Mount Carleton Park vulkanisch gebied maar nadat de gletsjers er in de laatste ijstijd flink aan het schuren en frezen zijn geweest, is het nu een hoogvlakte met diepe valleien en flinke richels zonder vuurspuwers. Met zeventienduizend hectare is het een van de grootste natuurparken van New Brunswick. Vanuit St.-Quentin worden kanotochten gehouden in dit ruige natuurgebied. Informatie over wandelroutes en toegankelijkheid is verkrijgbaar in het bezoekerscentrum even voorbij de ingang van het park aan Route 385.

Kedgwick

Forestry Village

Ten noorden van St.-Quentin ligt het dorp Kedgwick. Hier is aan 7989 Route 17 het bosbouwmuseum Forestry Village and Museum, een nagebouwd houthakkerskamp uit 1930. In enkele van de hutten zijn exposities over New Brunswicks belangrijkste industrie, de bosbouw. Ook worden er demonstraties van oude houthakkersambachten verzorgd. Open van half juni tot eind september.

Maple syrup

Dit plaatsje noemt zich de maple syrup-hoofdstad van New Brunswick. Van St.-Quentin tot hier staan uitgestrekte esdoornbossen waaruit de ahornsiroop of maple syrup wordt getapt. Ook worden hier vandaan kano-excursies gemaakt op de Restigouche River en op de Kedgwick River.