Een van de grotere plaatsen in de zuidoosthoek is Sackville. Deze plaats wordt wel de vogelkijkhoofdstad van Atlantisch Canada genoemd. Acadiërs hadden grote stukken water ingedijkt en tot landbouwgrond gemaakt. Nadat zij half achttiende eeuw verdreven waren, raakten vele dijken in verval en ontstonden grote natte gebieden, hoewel tegenwoordig wel weer hele stukken door boeren worden gebruikt als hooiland. Dit gebied van wetlands en moerassen staat bekend als de Tantramar Marsh. Van half juli tot half september zitten er naar verluidt meer dan twee miljoen oevervogels. Ook is het gebied een van de beste locaties in de Atlantische provincies voor het zien van uilen en haviken. Verder zitten er onder andere wasbeertjes, bevers, nertsen en vossen. In de meer bosrijke gedeelten zitten elanden en witstaartherten. De Tantramar Marsh is bereikbaar via de Tantramar Rail Trail die van Sackville naar Port Elgin loopt.

Tantramar Wetlands Centre

De Tantramar Rail Trail begint bij het Tantramar Wetlands Centre aan 223 Main Street. Dat staat achter de Tantramar Regional High School en is voor het publiek in juli en augustus open op werkdagen. Onder andere zijn er exposities over het Acadische-dijkensysteem en de activiteiten op het gebied van onderwijs en onderzoek in de omringende wateren en moerassen.

Canadian Wildlife Service Wetland Display

Over de wetlands en het wild daarin is ook een en ander te bekijken in het Canadian Wildlife Service Wetland Display aan 17 Waterfowl Lane. Onder meer zijn er vitrines over met uitsterven bedreigde diersoorten in deze regio, waarom de Tantramar-moerassen zo druk bezocht worden door trekvogels en het belang van wetlands.

Waterfowl Park

Het Canadian Wildlife-centrum is ook een van de toegangen tot het watervogel-reservaat Sackville Waterfowl Park. Hierin bevindt zich meer dan drie kilometer aan wandelpaden met uitkijkplatforms en informatiepanelen. Het park ligt midden in Sackville. Natuurgidsen verzorgen vanuit het Wildlife-centrum rondleidingen.

Harness Shop

Aardig is de Sackville Harness Shop uit begin negentiende eeuw. Dit is een houten winkel aan 39 Main Street, waar paardentuigen en andere leren voorwerpen worden vervaardigd. Naar verluidt is dit Canada’s oudste bedrijf waar leren producten voor paarden worden gemaakt en het enige in heel Noord-Amerika waar ze met stro gevulde halsbanden voor paarden produceren. Open op werkdagen en zaterdagochtenden.

Owens Art Gallery

Een van Canada’s oudste universitaire kunstgalerieën is ook hier in Sackville: Owens Art Gallery aan 61 York Street. Deze is onderdeel van de Mount Allison University en dateert uit 1895. Aan deze universiteit wordt al sinds 1845 kunstonderwijs verzorgd. De eigen collectie bestaat uit meer dan drieduizend stukken.

Middle Sackville

Campbell Carriage Factory Museum

In Middle Sackville is het Campbell Carriage Factory Museum. Dat zit in een gebouw uit 1839 waarin eerst een leerlooierij gevestigd was. In 1855 begon de familie Campbell er met de productie van koetsen en agrarische werktuigen. Dat gebeurde tot 1949. Nu is het een museum met exposities over de tijd van de paardenrijtuigen. Er zijn meer dan zesduizend voorwerpen tentoongesteld. Het museum staat aan 19 Church Street en is open van begin juni tot eind september.

Dorchester

Bell Inn

Naar verluidt een van de oudste stenen gebouwen van New Brunswick is te vinden in het nabij Sackville gelegen Dorchester. Dat betreft de uit 1811 daterende herberg Bell Inn. Deze was eens een drukke postkoetshalte en is nu een restaurant en een historisch monument. De herberg staat aan 3615 Cape Road en is open van half maart tot half november (niet op maandag en dinsdag).

Shep de Strandloper

In Dorchester is naar eigen zeggen ’s ?werelds grootste grijze strandloper te vinden. Dat betreft Shep, een reusachtig standbeeld van dit minieme vogeltje, genoemd naar de Shepody Bay die bij helder weer vanaf zijn plek aan Main Street is te zien. Het beeld is uit één blok hout gecreëerd; alleen de snavel en de poten zijn van metaal. De grijze strandloper (in het Engels semipalmated sandpiper) komt naar de oevers van de Shepody Bay om zich vol te eten met piepkleine slijkgarnaaltjes. Dat doen ze in zo’n tien tot twintig dagen tussen half juli en eind augustus. Als ze genoeg binnen hebben en er een gunstige wind is, vertrekken ze massaal naar hun overwinteringsplaatsen in Suriname. Die circa vierduizend kilometer lange vlucht wordt in één keer gemaakt en gaat rechtstreeks over de Atlantische Oceaan. Gedurende de tijd dat ze hier aan de kust tussen Dorchester en Johnson’s Mills verblijven, is hun luchtacrobatiek met soms tienduizenden vogeltjes tegelijk een spectaculair gezicht.

Memramcook

Monument-Lévèbvre

De geschiedenis van verdrijving, terugkomst, heropleving en actualiteit van het Acadische volk (zie de pagina over het koloniale tijdperk bij de geschiedenis van Canada onder algemene informatie) staan centraal in het gebouw Monument-Lévèbvre aan 480 Rue Centrale in Memramcook. Ook de invloed en het belang van godsdienst, cultuur en familiezin worden er in exposities uiteengezet. Het gebouw is een eerbetoon aan pater Camille Léfèbvre die zich in de tweede helft van de negentiende eeuw heeft ingezet voor het behoud van de Acadische cultuur en de Franse taal. Hij was in 1864 de oprichter van de eerste Franstalige school voor voortgezet onderwijs in Atlantisch Canada en ook de stichter van het Musée Acadien dat nu bij de universiteit in Moncton is ondergebracht. Monument-Lévèbvre is een nationaal historisch monument en is open van begin juni tot half oktober.