West-Noorwegen

Swipe

Westelijke Nordfjord-Vågsøy

Het westelijke deel van de Nordfjord is geheel anders dan de landinwaarts gelegen zijarmen en dalen met hun bergmeren en gletsjertongen. Dit aan zee gelegen gebied (gemeenten Bremanger, Vågsøy en Selje) bestaat uit spectaculaire kustlandschappen met eilanden en schiereilanden, woeste rotskapen met vuurtorens en witte zandstranden. Het meest tot de verbeelding spreekt het schiereiland Stadlandet (kortweg Stad genoemd), waarvan de uiterste punt, de Vestkapp, een waardige tegenhanger vormt van de Nordkapp. Boven de ingang van de Nordfjord ligt het eiland Vågsøy, met ruige kapen en drie vuurtorens. Via een hoge brug over de Ulvesundet rijdt men Måløy binnen, een kleurige vissersplaats, hoofdplaats van het eiland en de gemeente Vågsøy.

Måløy is een van de belangrijkste vissershavens van Noorwegen met scheepswerven en visverwerkende industrie. De kade in het centrum is halteplaats voor de schepen van de Hurtigrute en de snelle veerboten tussen Bergen en Ålesund. Het recente stadje met 6400 inwoners, dat in 1997 stadsrechten kreeg, heeft weinig bezienswaardigheden. Het Måløy Kafé in de hoofdstraat is een goede plek voor koffie, broodjes of een lunch. Het stille stadje komt alleen tot leven in juni tijdens de jaarlijkse Måløydagen, een maritiem festival in de haven. In het centrum is een toeristenbureau, waar een uitstekende Friluftskart (1:50.000) van Selje en Vågsøy te koop is, met aan de achterkant een beschrijving van 81 wandelroutes. Ook kunt u er o.a. zeevisexcursies boeken.

Kannesteinen

Vanuit Måløy kan men de doodlopende weg langs de zuidkust volgen tot Oppedal (10 km). Aan het eind van die weg staat een bijzonder rotsblok, dat een omweg van 20 km waard is. Maar eerst passeert men onderweg de oude handelspost Vågsberget uit 1636, die onlangs vakkundig is gerestaureerd. In deze vroegere handelspost en herberg wordt in 2009 een museum, café-restaurant en accommodatie gerealiseerd. Halverwege is een afslag naar Hendanes Fyr, een van de drie vuurtorens van Vågsøy. Het laatste stuk voert een mooi paadje naar de kleine vuurtoren op een prachtige wilde plek. Aan het eind van de weg, bij het dorpje Oppedal, staat aan zee een schitterend rotsblok, Kannesteinen genoemd, dat door duizenden jaren erosie door golven en zeewind zijn bizarre vorm heeft gekregen. Die rots blijkt bijzonder genoeg om hele busladingen toeristen te mobiliseren.

Vanuit Måløy voert een andere weg via Raudeberg naar de noordkant van het eiland. Vanaf Raudeberg splitst de weg. De langste weg gaat naar de smalle noordwestpunt van Vågsøy, naar de stormachtige kaap en vuurtoren Kråkenes Fyr. Een spannende plek bij harde wind. Hier is ooit een windsnelheid van 60 m/s gemeten, het dubbele van orkaankracht! De vuurtoren is een tijd geleden geautomatiseerd en opgekocht door Bettina en Thomas Bickhardt, een Duits echtpaar, dat er een café-restaurant vestigde met enkele hotelkamers. Vooral de romantische bruidssuite is populair bij Noorse stelletjes, en is lang van tevoren volgeboekt. Ook aan de noordkant van Vågsøy ligt het 1,5 km lange Refviksanden, een strand met zilverzand, een van de mooiste stranden van Noorwegen. De derde attractie aan de noordkust van Vågsøy is Skongenes Fyr, nog een voormalige vuurtoren, die alleen te voet bereikbaar is (1 uur). De piepkleine vuurtoren doet tegenwoordig dienst doet als onbemande berghut (15 plaatsen, sleutel voor DNT-leden; informeer bij het toeristenbureau van Måløy).

Silda

Vanuit Måløy vaart enkele malen per dag een veerboot naar het kleine visserseiland Silda, dat autovrij is en waar men een mooie rondwandeling kan maken van 1½ uur. Vroeger telde Silda 150 inwoners, boeren en vissers. Nu zijn er nog slechts 30 permanente bewoners, in de zomer aangevuld met een groot aantal vakantiegangers in huisjes en hytter. Het eiland heeft aan de noordkant een jachthaven, aan de zuidhaven ligt het bekende restaurant en pub Skjaerbuda.

Selje en Stadlandet

Het schiereiland Stadlandet, een ver in zee uitstekende rotspunt, is deel van de gemeente Selje, genoemd naar het plaatsje aan de zuidwestkant van het schiereiland. Stadlandet is de meest noordwestelijke punt van de provincie Sogn og Fjordane, onder zeelieden berucht om haar kliffen en gevaarlijke zeestromen. Een fascinerend gebied met boomloze mos- en rotsplateaus die eindigen bij de Vestkapp. Het gebied vertoont veel overeenkomst met Schotland en Ierland. Bomen ontbreken vanwege de wind en regen en de kale rotsondergrond. Deze desolate en dramatische streek maakt indruk bij alle soorten weer, mooi of slecht! Hoofdplaats en voorzieningencentrum van Stadlandet is het dorp Selje aan de westkant van het schiereiland. Dit onbeduidende plaatsje met zijn fraaie kerkje en de boothuisjes langs het strand was vroeger een van de belangrijkste plaatsen van Noorwegen. Op het eilandje Selja, vlak voor de kust, liggen de ruïnes van een klooster. ’s Zomers vertrek vanuit het haventje van Selje meerdere keren per dag de ‘Klosterbåt’ naar Selja (15 min varen). De boot zet u af op de noordpunt vlakbij de kloosterruïne. Tip: vraag of kapitein Jan Hammersvik u een uur later kan oppikken bij Bø aan de oostkant van het eiland, zodat u een mooie wandeling om de noordkant kunt maken.

Als een van de eerste bisdommen was Selja in de middeleeuwen een belangrijk religieus centrum. Engelse Benedictijner monniken stichtten rond 1100 drie kloosters in Noorwegen: Munkeliv bij Bergen, Nidarholm bij Trondheim en Selja. Tot halverwege de 16e eeuw heeft er een klooster gestaan op Selja, tot de Reformatie in 1536 een einde maakte aan het klooster dat werd leeggeroofd. Vanaf begin 20e eeuw zijn opgravingen verricht en zijn restauratiewerkzaamheden bezig. Alleen de toren van de Sint Albanskerk staat nog overeind, maar u krijgt toch een goede indruk van de omvang van het klooster en de mystieke sfeer van deze plek. Iets boven het klooster ligt de grot van St. Sunniva, vernoemd naar de Ierse prinses Sunniva, die hier volgens een legende met haar hofhouding op het eilandje landde en er later de martelaarsdood stierf. Koning Olav Trygvasson verklaarde haar later tot heilige.

Het dorp Selje heeft diverse overnachtingsmogelijkheden waaronder een camping en hotel. B&B Doktorgården, van het Belgische echtpaar Bodil en Werner van den Branden, biedt onderdak in sfeervolle gastenkamers. In de voormalige dokterswoning zijn tevens een café, galerie en winkel in antiek en geschenken. De ruige omgeving trok diverse binnen- en buitenlandse kunstenaars naar het gebied, zoals de Duitse natuurfotograaf Thomas Bickhardt. Zijn fotoboek ‘Storm ved Stad’ (storm op Stad) bevat indrukwekkende stormfoto’s.

Halverwege Stadlandet ligt langs weg 620 de plaats Leikanger. Aan het water is een voormalig pakhuis en handelspost Furebuda verbouwd tot café-restaurant met mooi uitzicht op de fjord (open vr, za, zo vanaf 11 u). In Leikanger kunt u linksaf via Dragseidet naar het plaatsje Drage. Op deze plek is het schiereiland Stadlandet op zijn laagst: en 240 m hoog. De weg van Leikanger naar Drag is een van de oudste van Noorwegen. Al heel lang gebruikten mensen deze weg om het schiereiland over te steken als het op zee te gevaarlijk was om de Westkaap te ronden. Ook de Vikingen wachtten uit angst voor de gevaarlijke zee rond Stadhavet in de haven van Selje de storm af. Ze schijnen zelfs af en toe hun longships 4½ km over de landengte te hebben getrokken. Op deze plek bekeerde Vikingkoning Olav Tryggvarson in 997 v Chr. vier Noorse Fylkes tot het christendom (wel met een heel leger achter de hand, voor het geval de anderen het er niet mee eens waren). Een kruis herinnert aan deze gebeurtenis. In 1997 werd hier de duizendste verjaardag van het (Noorse) christendom gevierd. In 1889 werd de huidige weg aangelegd. De oude weg doet nu dienst als wandelpad en vanaf de pas starten wandelingen naar bergtoppen in de omgeving.

Langs Drage kan men verder rijden naar Hoddevika, een rijtje huizen aan een schitterende baai met zandstrand en duinen, waar grote golven binnenrollen. Toen surfers de baaien van Stadlandet ontdekten als ideale plaats om te surfen betekende dit de redding van dit gehucht (waar alle jongeren waren weggetrokken). Nu wonen er weer jonge mensen, en zijn er een eenvoudige camping, kleine winkel en enkele surfscholen. Surfparadijs Hoddivika en het nabij gelegen Ervika trekken inmiddels cracks uit de hele wereld die hier komen voor het ‘Arctisch of wintersurfen’, wanneer in de winter zware stormen het gebied teisteren en reuzengolven tot 30 m voorkomen.

10 prachtige bestemmingen in Westelijke Nordfjord-Vågsøy en Noorwegen