De vulkaan Fuji is 3.776 m hoog en is daarmee de hoogste berg van Japan. Aan de voet van de vulkaan liggen vijf pittoresk gelegen meren. Op de breed uitwaaierende hellingen groeien niet minder dan 2.000 verschillende plantensoorten; bovendien hebben meer dan 130 vogelsoorten hun thuis in dit aantrekkelijke gebied. Opvallend is de grote invloed die erosie en verwering hebben op de hellingen van Fuji-san. Overal knagen en schuren de elementen aan de symmetrische vormen van deze betrekkelijk jonge vulkaan (circa 10.000 jaar oud).

De beklimming van Fuji

ledereen met een goede gezondheid en een redelijk uithoudingsvermogen is in staat om de vulkaan Fuji te beklimmen. De beklimming is officieel toegestaan tussen 1 juli en 31 augustus; een andere periode is voor niet-ervaren klimmers gevaarlijk en er zijn dan ook in deze periode geen overnachtingsmogelijkheden. Een beklimming in de winter kan alleen door ervaren klimmers die in het bezit zijn van stijgijzers en pik-houweel. Onvoldoende uitrusting heeft in de winter vaak de dood tot gevolg. De meeste ongelukken worden veroorzaakt door de sterke wind.

Er leiden vijf wandelpaden (trails) naar de top van de vulkaan. Hun namen zijn: Fuji-Nomiya, Fuji-Yoshi da, Gotemba, Kawaguchiko en Subashiri. Delengte van de paden varieert van 15 tot 25 km, dat wil zeggen dat u minstens negen uren voor de beklimming nodig heeft en minstens vijf voor de afdaling.

Iedere route naar de top is verdeeld in tien gedeelten of stations. De meeste klimmers starten hun tocht bij een van de vijfde stations. Zowel het zogenaamde vijfde station (Go-gome) aan de noordzijde van de vulkaan als de twee nieuwe vijfde stations (Shin Go-gome) aan de zuidzijde van de vulkaan, zijn per bus bereikbaar. De lengte van de wandelpaden vanaf de vijfde stations naar de top is circa 5 km. De beklimming vanaf deze punten kost u ongeveer vijf uren, terwijl u voor de afdaling gemiddeld drie uren nodig heeft. Het meest populaire wandelpad is de Kawaguchiko. Twee andere veel begane trails zijn de Subashiri en de Fuji-Nomiya vanuit Gotemba (alle drie hebben een busverbinding met het vijfde station).

Veel klimmers brengen de nacht door op de helling of op de top van de vulkaan. Een vijftal 'resthouses' (waar u zich niet te veel van moet voorstellen) zijn voor dit doel op de helling gebouwd op de stations zes, zeven, acht, negen en tien; daar, en op de top, kunt u overnachten. Het is aan te bevelen om zo hoog mogelijk te slapen, bijvoorbeeld op het achtste station of hoger, zodat u in allé vroegte op kunt staan om te genieten van een onvergetelijke zonsopgang. Vanaf de top van de Fuji kunt u zich pas echt voorstellen waarom de Japanners hun geboortegrond het land van de rijzende zon noemen. Helaas is niet elke zonsopgang even fraai, soms is de gehele top in nevelen gehuld en is het zicht nihil. Desondanks blijft een overnachting op de top een hele ervaring, 's Ochtends is het op de top relatief koud. De gemiddelde temperatuur in juli is 4,9 °C en in augustus 5,9 °C. Als de zon opkomt, zweeft de tem-peratuur vaak rond het vriespunt. Het zal duidelijk zijn dat u zich op deze hoogte enerzijds moet beschermen tegen intensieve zonnestraling (hoofdbedekking en zonnebril), anderzijds tegen ongewenste afkoeling van het lichaam (warme kleding). Voorts komt het regelmatig voor dat de wolken tegen de berghelling omhooggedrukt worden en de waterdamp condenseert. Het gevolg is neerslag. Vandaar dat regenkleding niet in uw uitrusting mag ontbreken. Bovendien moet u zorgen voor een rugzak en enig reservevoedsel, zodat u tijdens de beklimming de handen vrij heeft en eventueel iets kunt eten. Er is echter ook voedsel verkrijgbaar in de verschillende stations. Ten slotte moet u zorgen voor stevig schoeisel met een goed profiel. Zeer handig en veilig zijn hoge bergwandelschoenen (halfstijve zolen, rubberprofielzool, vetersluiting, polstering bij de enkels). Vanaf het zevende station voert het pad u na-melijk over gestold lava en krijgt het een rotsachtig karakter. Het laatste gedeelte gaat over gruisig materiaal (puimsteen en as) en is behoorlijk steil.

De gehele beklimming naar de top is redelijk vermoeiend en zeker niet gemakkelijk. U kampt op grote hoogte namelijk met de ijlere lucht. De plaatselijke luchtdruk op de top is zeer laag, namelijk 647 millibar; veel klimmers hebben dan ook last van lichte hoofdpijn. Tijdens uw tocht omhoog zult u honderden Japanners tegenkomen met in hun hand een lange wandelstok. Op ieder station laten zij op deze stok de naam van het betreffende station inbranden ter herinnering aan hun beklimming van Fuji. In een aantal gevallen tooien zij hun stok met de Japanse vlag.

Op het allerhoogste punt van de vulkaan staat een weerstation, herkenbaar aan een koepelvormige radarinstallatie die men op het gebouw geplaatst heeft. Wilt u dit allerhoogste punt van Japan bereiken, dan moet u via het daarvoor aangelegde pad naar dit weerstation klimmen. Bij redelijk weer kunt u rond de steile en diepe krater wandelen. De gelaagdheid herinnert de bezoeker aan de verschillende uitbarstingen van Fuji-san. De laatste uitbarsting was in 1707. Tijdens de wandeling passeert u een klein en eenvoudig heiligdom ter ere van de zonnegodin Amaterasu O-Mi-Kami, de meest aanbeden shintogodin van Japan.

Bus naar Mount Fuji:

De vijfde stations Go-gome en Shin Go-gome zijn op de volgende manieren te bereiken:

-, Neem vanaf het station in Gotemba de bus Fuji-Kyuko en stap na circa 45 minuten uit op het nieuwe vijfde station Fuji-san (eindbestemming van de bus). Deze bus rijdt alleen in juli en augustus. Of neem vanaf het station in Mishima de bus Fuji-Kyuko en stap na circa 2 uur uit op het nieuwe vijfde station Fuji-san (eindbestemming van de bus). Deze bus rijdt alleen in de maanden juli en augustus. Of neem vanaf het busstation Hamamatsucho in Tokyo de Chuo- Kosoku expressbus en stap na circa 3 uur uit op het vijfde station Fuji-san. Deze bus rijdt alleen in de tweede helft van de maand juli en in de maand augustus. Voorts rijdt deze bus vanaf de tweede helft van de maand april tot begin november op zon- en feestdagen (reserveringen zijn noodzakelijk).

Of neem vanaf het station Kawaguchi-ko de bus Fuji-Kyuko en stap na 1 uur rijden uit op het vijfde station Fuji-san (eindbestemming van de bus). Deze bus rijdt alleen vanaf de tweede helft van de maand april tot het begin van de maand november. De eerste bus vanaf het station Kawaguchi-ko vertrekt om 10.05 uur (incidenteel om 9.10 uur). Op zondagen vertrekt de bus reeds om 7.20 uur. De laatste bus terug, dat wil zeggen vanaf het vijfde station naar Kawaguchi-ko, vertrekt om 18.05 uur.

Een van de nadelen van de beklimming van Fuji-san op een zondag is de grote drukte op de wandelpaden (ter illustratie: jaarlijks beklimmen circa 400.000 mensen de Fuji-san). Een nadeel van een doordeweekse dag is dat er maar acht uur tijdsverschil zit tussen het vertrek van de eerste bus naar het vijfde station en het vertrek van de laatste bus terug naar het station Kawaguchi-ko.

-, Het station Kawaguchi-ko: Neem op het station Shinjuku in Tokyo de JR Chuospoorlijn en stap na 1 uur en 20 minuten uit op het station Otsuki. Stap daar over op de Fuji-Kyukolijn en stap na 50 minuten uit op het station Kawaguchi-ko.

-, Gotemba: Neem op het station Shinjuku in Tokyo de trein en stap na 2 uur rijden uit op het treinstation Gotemba. Voorts is er een busverbinding tussen Kawaguchi-ko en Gotemba (reistijd: 45 minuten).

De vijf meren

Aan de voet van de vulkaan Fuji liggen aan de noordkant vijf meren. Van oost naar west gerekend zijn dit de meren Yamanaka-ko, Kawaguchi- ko, Sai-ko, Shoji-ko en Motosu-ko.

Yamanaka-ko en in mindere mate Kawaguchi-ko zijn trekpleisters voor de Japanse toerist in het gebied rond Fuji. Geen wonder dat de directe omgeving van deze twee meren is bezaaid met hotels, herbergen, restaurants, bootverhuurbedrijven en andere gelegenheden die het de toerist naar de zin willen maken en die natuurlijk aan hen willen verdienen. Yamanaka-ko is met een oppervlakte van 646 hectare het grootste meer. leder jaar wordt hier op de avond van 1 augustus een festival gehouden. Kawaguchi-ko beslaat een oppervlakte van 608 hectare. Vanaf de noordelijke oever van dit meer heeft u een fraai zicht op de vulkaan Fuji.

Veel minder toeristisch ontwikkeld en daardoor veel pittoresker zijn de verderop gelegen meren Sai-ko, Shoji-ko en Motosu-ko. Ten zuiden van het op een hoogte van 900 m liggende meer Sai-ko ligt een aantal redelijk bezienswaardige grotten, die hun bekendheid danken aan de ijsmuren en ijsvloeren die zij herbergen. Zelfs tijdens de zomer kunt u deze ijsbrokken bewonderen, al zijn hun afmetingen in dit seizoen aanmerkelijk minder dan in de winter. De windgrot (Fugako) en de ijsgrot (Nara- sawa) zijn de bekendste. Beide grotten lijken veel op elkaar, alleen is de windgrot iets langer dan de ijsgrot, terwijl de ijsgrot dieper onder het aardoppervlak ligt (ongeveer 20 m). Ten zuiden van de grotten ligt de bomenzee (Aoki-gahara), een uniek oerbos. Het bos is echter tevens berucht, omdat hier regelmatig mensen verdwalen en soms verdwijnen. Shoji-ko is met een oppervlakte van 87 hectare het kleinste van de vijf meren, terwijl Motosu-ko met een diepte van 133 m het diepste meer is. Als u de weg (nummer 139) zuidwaarts volgt, dan passeert u na circa 1,5 uur rijden de sierlijke Shiraito waterval (Shiraito-no-taki) met een hoogte van 26 m en een breedte van 125m.

Bus naar de vijf meren:

-, Yamanaka-ko is vanuit Gotemba per bus bereikbaar. Deze bus vervolgt zijn weg naar Kawaguchiko. De meren Kawaguchi-ko, Sai-ko, Shoji-ko en Motosu-ko zijn per bus bereikbaar vanuit Kawaguchi-ko.

-, Voor bereikbaarheid van Gotemba en Kawaguchi-ko, zie het hoofdstuk 'de beklimming' (van de vulkaan Fuji).