Aan de noordoever van de Bonne Bay tegenover Woody Point is Norris Point. Dat vissersdorp ligt op een punt waar de baai zich in twee armen splitst. De biologiefaculteit van de Memorial University of Newfoundland in St. John’s heeft hier aan het eind van Main Street bij de haven het onderzoekscentrum Bonne Bay Marine Station van waaruit het leven in de Bonne Bay wordt bestudeerd. Er is een bezoekerscentrum bij waar displays daarover zijn te bekijken. Ook zijn er aquaria met dieren uit de baai. Vanaf de aanlegsteigers tegenover het centrum worden rondvaarten gemaakt. Open dagelijks van begin juni tot begin september en daarna tot eind september van woensdag tot en met zondag.

Jenniex House

Een goed uitzicht op Norris Point, de Bonne Bay en de Tablelands wordt geboden bij Jenniex House aan Main Street bij het begin van het dorp. Dit is een traditioneel Newfoundlands huisje uit het begin van de twintigste eeuw dat zoveel mogelijk in oorspronkelijke staat is gehandhaafd, inclusief inrichting. Binnen worden handvaardigheidsproducten en allerlei voorwerpen van plaatselijke handwerkslieden en hobbyisten geëxposeerd. Bovendien is er toeristische informatie te vinden over park, dorp en omgeving. Open van eind juni tot begin september.

Rocky Harbour

Het grootste vissersdorp van deze regio is Rocky Harbour, hoewel dat met net wat meer dan duizend inwoners niet bepaald omvangrijk is. Hier zijn tal van voorzieningen, overnachtingsaccommodaties, restaurants en winkels. Veel is op het toerisme gericht. Opvallend is het aantal galerieën en winkeltjes met handvaardigheidsproducten. Er zijn exploitanten die wandeltochten de bergen in en boottochten de zee en de meren op organiseren. De plaatsnaam komt van de rotsachtige kust waar dit dorp begin negentiende eeuw is verrezen, aan de noordkant van de Bonne Bay.

Lobster Cove

Lobster Cove Head Lighthouse

Bij de ingang van de Bonne Bay staat de uit 1897 daterende vuurtoren Lobster Cove Head Lighthouse. Dat is een automatisch functionerend lichtbaken maar ook een historisch monument. In de vuurtorenwachterswoning zit een museum van Parks Canada over de menselijke activiteiten in deze regio. Inheemse Maritime Archaic-mensen en Dorset-Palaeo-Eskimo’s verbleven er al meer dan 4500 jaar geleden. Vondsten daarvan zijn tentoongesteld. Ook zijn er displays over de komst van de Europese vissers en over het ontstaan en de groei van de dorpen in de omgeving. Bovendien is er aandacht voor de vuurtoren zelf en zijn wachters. Open van eind mei tot half oktober.

Broom Point

Verder noordwaarts over Highway 430 ligt Broom Point even voor het dorp St. Paul’s. Ook dit is een plek waar al lange tijd mensen vertoefden. Uit opgravingen is gebleken dat dit al zeker een paar honderd jaar voor Christus het geval was. Tussen 1941 en 1975 had de vissersfamilie Mudge hier aan de kust enkele hutten en werkplaatsen voor hun visactiviteiten. Na het instellen van het nationale park werden die overgedragen aan Parks Canada. Twee daarvan werden gerestaureerd en die zijn te bekijken: een hut en een werk- en opslagplaats. Ook zijn er origineel meubilair en allerlei gebruiksvoorwerpen die door de Mudge-familie beschikbaar zijn gesteld. In een grot is een kerkhof waar vissers en andere bewoners van deze regio begraven liggen. Gidsen verzorgen er rondleidingen. Open van eind mei tot half oktober.

Cow Head

De noordelijkste plaats binnen de grenzen van het Gros Morne National Park is Cow Head. Ook dit dorp is een enclave die buiten de natuurbescherming valt. Het is van oorsprong een vissersdorp, maar het toerisme is er sterk gegroeid. De bosbouw was er ook belangrijk. Op een gegeven moment waren er zelfs zes houtzagerijen actief. Met het instellen van het nationale park verdwenen die.

The Head

Ook dit gebied aan de kust van de Gulf of St. Lawrence heeft prehistorische bezoekers gehad. Bij archeologische opgravingen zijn 4500 jaar oude voorwerpen gevonden die aan Maritime Archaic-mensen, Grosswater Palaeo-Eskimo’s en Dorset Palaeo-Eskimo’s worden toegeschreven. Die archeologische opgravingen vonden plaats op een eiland voor de kust. Dat is door een zandbank met het vasteland verbonden. Aan het eind daarvan is ‘The Head’ en dat is de betreffende plek. Daar bevinden zich echter ook een half miljard jaar oude brecciën: gesteenten die zijn ontstaan door het op natuurlijke wijze samenvoegen van andere gesteenten, hier kalksteen en een soort leisteen. In het kalksteen zitten fossielen van organismen die in ondiep water leefden, het leisteen heeft versteende afdrukken van diepzeedieren. Verder zijn er grotten en overblijfselen van scheuren in de aardkorst die zichtbaar zijn geworden door aardbevingen en onderzeese aardverschuivingen. Er loopt een wandelroute langs.