In de Atlantische Oceaan circa drie kilometer voor de oostkust ter hoogte van het plaatsje Bay de Verde ligt het Baccalieu Island Ecological Reserve. Volgens het provinciale milieuministerie nestelt hier de grootste kolonie vale stormvogeltjes ter wereld. Het gaat om meer dan 3,5 miljoen paartjes. Die zitten, samen met nog vele andere soorten zeevogels, op een stuk van ongeveer vijf vierkante kilometer aan de zuidoostkust van Baccalieu Island. Bovendien broeden hier meer dan 75.000 paren papegaaiduikers en dat is de op Witless Bay (zie de pagina over de oostkust van het Avalon Peninsula) na grootste kolonie in Noord-Amerika. Het broedseizoen is van begin april tot eind oktober en dan is toegang tot dit deel van het eiland alleen toegestaan voor onderzoekers. Er gaan geen bootexcursies naar toe. Het eiland is echter vanaf de kust te zien. Vanuit Bay de Verde loopt een wandelpad naar de beste uitkijkplaats bij Split Cove.

Heritage House

Over het Baccalieu Island Ecological Reserve is een expositie te bekijken in het Heritage House aan 7 Blundon’s Point. Dit huis is in 1896 gebouwd in opdracht van de koopman en reder John Blundon. Sinds 1996 is het een museumhuis met tentoonstellingen over onder meer de familie Blundon, de bewoners van het huis, de plaatselijke visindustrie en het leven in Bay de Verde en omgeving. De ruimte over Baccalieu Island fungeert ook als informatiecentrum voor het natuurreservaat. Het Heritage House is open van begin juni tot eind september.

Harbour Grace

Harbour Grace Airstrip

Halverwege Conception Bay ligt aan de oostkust van het Bay de Verde-schiereiland Harbour Grace. Deze plaats heeft wereldroem verworven door de aanleg van het, naar men zelf zegt, eerste Canadese vliegveld voor burgerluchtvaart. Dat was in 1928. Vanaf dat jaar was het voor diverse beroemde transatlantische vluchten het vertrekpunt, bijvoorbeeld voor de Amerikaanse Amelia Earhart, die als eerste vrouw in 1932 solo over de Atlantische Oceaan vloog. Harbour Grace Airstrip was tot eind 1936 de laatste Noord-Amerikaanse stopplaats op weg naar Europa. Botwood en vervolgens Gander (beide op het grote midden van het Island of Newfoundland) namen die taak daarna over. Het vliegveld ligt aan Earhart Road, is tot 1988 in gebruik geweest en is nu een nationaal monument. Als een herinnering aan die roemruchte luchtvaarttijd staat aan Harvey Street de DC-3 Spirit of Harbour Grace.

Conception Bay Museum

In het Conception Bay Museum in een voormalig douanegebouw uit 1870 aan Water Street zijn exposities over dat luchtvaartverleden. Ook zijn daar displays over de regionale historie en over zeerovers die hier in Harbour Grace in de zeventiende eeuw een hoofdkwartier hadden. Eén van hen, Peter Easton, bouwde hier in 1610 een fort. Dat is er niet meer, maar het zou op of vlak bij de plaats van het museum hebben gestaan. Open van half juni tot begin september.

Railway Heritage Museum

Lange tijd is Harbour Grace na St. John’s de tweede stad van Newfoundland geweest. Dat uitte zich in 1884 in de opening van een spoorlijn tussen deze twee plaatsen. Het was de eerste in Newfoundland. Sinds 1984 is hij echter niet meer in gebruik. In het stationsgebouw aan Military Road is nu het Gordon G. Pike Railway Heritage Museum gevestigd.

Cupids

Cupids Guy’s Colony noemden ze het. John Guy zelf sprak van Cuper’s Cove. Tegenwoordig is het Cupids. Naar verluidt was dit de eerste officiële Engelse nederzetting in wat nu Canada is en na Jamestown in Virginia (VS) de tweede in de nieuwe wereld. Cupids ligt aan een kleine inham aan de westkust van Conception Bay. In 1610 was John Guy met 39 medekolonisten naar hier gekomen om er een boerengemeenschap te vestigen, een plantation zoals dergelijke nederzettingen toen werden genoemd. Hij was koopman en had de opdracht verworven te zorgen voor voedingsmiddelen, zout, glas, hout en andere zaken die de vissers van dienst zouden kunnen zijn. Cuper’s Cove werd dus de eerste bevoorradings- en ondersteuningspost voor de Britse visserij aan de overkant van de Atlantische Oceaan. Met Guy’s benoeming tot gouverneur werd het zelfs een echte Britse kolonie.

Cupids Museum

Hoe het allemaal begon en verder is gegaan, is te bekijken in het Cupids Museum aan Seaforest Drive. Daar zijn ook exposities over het leven in dit plaatsje in de negentiende en begin twintigste eeuw. Een van de schatten is ’s? werelds grootste Union Jack, de Britse vlag. Deze heeft in 1910 in dit dorp gewapperd ter gelegenheid van het 300-jarig bestaan. Newfoundland was toen nog een Britse kolonie. Het museum is open van half juni tot half oktober.

Archaeological Site

Restanten van Guy’s dorp zijn bij archeologische opgravingen teruggevonden. De betreffende locatie is nu Cupids Archaeological Site aan Main Road en is te bezichtigen. Er zijn overblijfselen van woonhuizen blootgelegd en tal van voorwerpen gevonden. Die zijn naar het museum overgebracht.